Geriatrische revalidatiezorg

Module GRZ
Oriëntatie en financiering
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Module GRZ
Oriëntatie en financiering

Slide 1 - Diapositive

Welke kennis heb je in de voorbereiding opgedaan?
timer
1:00

Slide 2 - Question ouverte

Uit welke wetten bestaat het zorgstelsel in Nederland?
timer
1:00

Slide 3 - Question ouverte

Onder welke wet valt geriatrische revalidatiezorg?
A
WLZ
B
WMO
C
WPG
D
ZVW

Slide 4 - Quiz

timer
1:00
24 uur per dag zorg of toezicht die chronisch nodig zal zijn
 Medische zorg behandeling of verpleging. Eerste lijnsverblijf
Hulp bij opvoedproblemen, bij gedragsproblemen of begeleiding en persoonlijke zorg van een kind met een milde handicap.
 Kosten voor hulpmiddelen. 
WLZ
ZVW
Jeugdwet
WMO

Slide 5 - Question de remorquage

Slide 6 - Vidéo

Wat is een DBC?
timer
0:40

Slide 7 - Question ouverte

Wat is een DBC?

DBC staat voor Diagnose Behandelcombinatie. Dat vormt de basis voor de rekening die je van je zorgverlener krijgt. Met DBC's wordt gewerkt in de ziekenhuiszorg, geriatrische revalidatiezorg, forensische zorg en geestelijke gezondheidszorg. In het kort is de dbc-systematiek een systeem waarmee zorginstellingen de geleverde zorg kunnen registreren, zodat deze uiteindelijk gedeclareerd kan worden bij jou of je zorgverzekeraar.

Slide 8 - Diapositive

WMO
  • Hulp bij huishouden
  • Aanpassingen en hulpmiddelen
  • Maaltijdverzorging
  • Vervoer voor mensen die slecht ter been zijn
  • Dagbesteding en individuele begeleiding
  • Ondersteuning aan vrijwilligers en mantelzorgers
  • Hulp bij opvoeden van kinderen
  • Opvang bij huiselijk geweld (blijf-van-mijn-lijfhuizen en daklozenopvang

Slide 9 - Diapositive

Waarom is het voor jou als zorgverlener van belang dat je weet hoe de zorg rondom GRZ/ELV geregeld is?

Slide 10 - Diapositive

Wat is/zijn standaard onderdelen van revalidatie?
A
Geriatrisch onderzoek
B
Multidisciplinair overleg
C
Overleg over de doelen van de revalidatie
D
voor onbeperkte duur

Slide 11 - Quiz

Welke doelgroepen kom je tegen in de GRZ/ELV?
timer
0:30

Slide 12 - Question ouverte

Waarom komen alleen cliënten zonder/met beperkte cognitieve beperkingen in aanmerking voor GRZ?

Slide 13 - Diapositive

Wat is het belangrijkste uiteindelijke doel van revalidatie?
A
Volledig functieherstel
B
Zelfstandig wonen
C
Ondersteuning in het dagelijks leven
D
Heerlijk verzorgd en vertroeteld worden

Slide 14 - Quiz

Wat wordt doorgaans niet meegenomen bij de beslissing of geriatrische revalidatiezorg nodig is?
A
soort aandoening
B
soort operatieve ingreep
C
motivatie van de zorgvrager
D
mogelijkheden van terugkeer naar eigen woonsituatie

Slide 15 - Quiz

Bij de aanmelding wordt overlegd of de zorgvrager geschikt is voor geriatrische revalidatie. Hierna volgt een geriatrische assessment.
Wie voert de geriatrische assessment uit?
A
Zorgconsulent
B
Huisarts
C
Geriatrisch geschoold verpleegkundige
D
Specialist ouderengeneeskunde

Slide 16 - Quiz

timer
0:30
Wat wordt er gebruikt door de specialist ouderengeneeskunde om patiënten te selecteren voor GRZ?

Slide 17 - Carte mentale

Op welke 4 punten wordt er volgens het triage-instrument gekeken naar de zorgvrager, om de gewenste therapie in te kunnen zetten?
timer
1:00

Slide 18 - Question ouverte

Alleen geselecteerde zorgvragers die opgenomen zijn in het ziekenhuis komen in aanmerking voor GRZ
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

Een zorgvrager vanuit het ZKH is geïndiceerd voor GRZ, maar ziet hier om persoonlijke redenen vanaf. Binnen hoeveel tijd kan de zorgvrager na ontslag alsnog in aanmerking komen voor GRZ?
A
Kan helaas niet meer
B
Binnen 48 uur
C
Binnen 1 week
D
Binnen 1 maand

Slide 20 - Quiz

Wie voert in het ziekenhuis de triage uit voor GRZ?
A
behandelend arts
B
transferconsulent
C
verpleegkundige
D
huisarts

Slide 21 - Quiz

Wat behoort naast triage nog meer tot de taak van de transferconsulent?

(meerdere antwoorden)
A
lichamelijk onderzoek
B
voorlichting aan cliënt en mantelzorgers
C
overdracht naar de instelling
D
niets

Slide 22 - Quiz

Hoe vaak dient er per GRZ-opname minimaal een MDO plaats te vinden?
A
1x
B
2x
C
iedere week
D
iedere maand

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Lien

Na hoeveel tijd verloopt een GRZ-indicatie?
A
2 maanden
B
3 maanden
C
6 maanden
D
verloopt niet

Slide 25 - Quiz

ELV wordt vergoed vanuit de aanvullende verzekering
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quiz

Er geldt een eigen risico voor ELV
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quiz

Je komt bij palliatief terminale zorg niet in aanmerking voor ELV
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quiz

Hulpmiddelen die gebruikt worden voor GRZ vallen onder
A
WLZ
B
WMO
C
ZVW
D
WLZ of WMO

Slide 29 - Quiz