2 c 14 okt

1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

1 les gemist - we lopen achter op schema - 
Taaltaak Bundesländer komt te vervallen. Met 1 les in de week en de opgelopen achterstand is er in de les geen tijd meer.  (Afronden in eigen tijd is wel toegestaan) 
Iedereen krijgt aan het eind van dit hoofdstuk een nieuwe taaltaak. 

Slide 2 - Diapositive

Was lernen wir heute?
je krijgt inzicht in je gemaakte so. wat ging goed en wat kan een volgende keer beter en hoe doe ik dat? 
Je kunt een eenvoudige video over het thema familie begrijpen 
Je kunt de werkwoorden haben en sein vervoegen en de persoonlijke vnw gebruiken. 

Slide 3 - Diapositive

Top:   22 lln scoren voldoende

gem. cijfer klas: 7.2




slechts 5x onv. 
tunkuur boeken aub






 

Slide 4 - Diapositive

Doel toetsbespreking:         inzicht krijgen in jouw manier v leren
So bestaat uit: 
 reproductie woorden n-d + woorden d-n + Sprachmittel
 reproductie  grammatica werkwoord sein + pers.vnw
  
Wat ging goed?  compliment
Wat kan/moet beter?      Hoe ga je dat doen?

vandaag globale bespreking so.
onvoldoende? dan verplicht tunken voor een analyse van je so
wil je meer weten over je so? tunkuur boeken aub. 


Slide 5 - Diapositive

Kapittel 2   Wir : du kannst über deine Familie und Freunde erzählen
ich - du -er - sie - es
wir - ihr -sie - Sie

Slide 6 - Diapositive

A Sehen Familienquiz - Aufgabe 1, Seite 34
starten meteen met 2b Seite 35

Slide 7 - Diapositive

B Wortschatz 
1e opdracht B Wortschatz samen  Aufgabe 3, Seite 36
we lopen alle opdrachten door en kijken wat de Duitse instructie betekent. (schrijf bij de diverse opdrachten in je AB in Nederlands op wat je moet doen)

Slide 8 - Diapositive

E Grammatik: hebben en zijn - 
haben und sein
Uitleg zie schema

Slide 9 - Diapositive

de persoonlijke voornaamwoorden

1 Mein Bruder ist älter                  -   er (hij) ist 16 Jahre
2 Meine Schwester is jünger        -   sie (zij) ist 6 Jahre
3 Meine Freunde sind top             -  sie (zij) sind immer da 
4 Das Haus ist groß                      -   es (het) hat 8 Zimmer
5 Peter en Anne sind zu Hause     -  sie  (zij) erwarten uns 

Slide 10 - Diapositive

de persoonlijke voornaamwoorden

1 mijn broer is ouder                            -   ..........is 16 jaar
2 mijn zus is jonger                              -   ..........is   6 jaar
3 mijn vrienden zijn top                      -  ........zijn er altijd voor mij
4 Het huis is groot                              -   -------heeft 8 kamers
5 Peter en Anne zijn thuis                   -  ........ verwachten ons

Slide 11 - Diapositive

Grammatik E 
Instructies opdrachten 19-20-22-23
aan de slag
volgende week afhebben samen met alle opdrachten bij B Wortschatz opdr. 4-5-6-7-9-10
Zelfstandig werken 

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive