Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.
Éléments de cette leçon
Elektrische energie opwekken
Leerdoelen:
Wat gebeurt er in een elektriciteitscentrale?
Wat is inductiespanning?
Hoe werkt een dynamo?
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
Inductie
De generator wekt stroom op door Inductie
Spoel & magneet
Magneet beweegt --> spanning verandert -->
Wisselspanning, ook wel inductiespanning
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Vidéo
https:
Slide 7 - Lien
Dynamo
magneet & spoel
fietswiel draait --> magnetisch veld veranderd in de spoel --> stroom opgewekt --> lamp gaat branden
Zelfde in een generator!
Slide 8 - Diapositive
Dynamo
1 omwenteling van de dynamo
magneetveld richting verandert 2x
= dus 1 periode van de spanning-tijd grafiek
Slide 9 - Diapositive
Samenvatting
Elektriciteitscentrale: door stoom wordt de turbine rond gedraaid en de as van de generator, daardoor wordt er stroom opgewekt in de generator
Een wisselend magneetveld in een spoel wekt een inductiespanning op
De generator in een elektriciteitscentrale is eigenlijk een grote dynamo
Slide 10 - Diapositive
Volgende les
elektrische vermogen
energieverbuik berekenen
zonnepanelen
Slide 11 - Diapositive
Stelling: Elektrische energie gaat nooit verloren
Waar!
Slide 12 - Diapositive
Vermogen
Vermogen: hoeveelheid elektrische energie die een apparaat per seconde verbruikt
Een eenheid van vermogen is joule per seconde (J/s).
Ookwel, de eenheid is watt
1 W is evenveel als 1 J/s.
bv 30 watt betekent, het apparaat verbruikt 30 J/s
Slide 13 - Diapositive
Elektrische energie
P = vermogen in watt (W)
t = tijd in seconden (s)
E = energieverbruik in joule (J)
E=P⋅t
Slide 14 - Diapositive
Werken met machten van 10
1 J = 1 J
1 kJ (kilojoule) = 1*103 J
1 MJ (megajoule) = 1*106 J
1 PJ (petajoule)= 1*1015 J
Slide 15 - Diapositive
Sommetje
Ik speel 1,5 uur (elektrische) piano,
Wat is het energieverbruik
na dit 1,5 uur?
E=P⋅t
Slide 16 - Diapositive
Zonnepaneel
stralingsenergie zon --> elektrische energie
geen fossiele brandstoffen voor nodig
niet meer energie verplaatsen
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Vidéo
Samenvatting
Vermogen: Hoeveelheid elektrische energie die per seconde word verbruikt/opgewekt
energieverbruik: E = P * t
zonnepaneel voordeel geen fossiele brandstof
Slide 19 - Diapositive
Elektrische energie opwekken
Leerdoelen:
Wat gebeurt er in een elektriciteitscentrale?
Wat is inductiespanning?
Hoe werkt een dynamo?
Slide 20 - Diapositive
Lesdoelen
Wat is elektrisch vermogen?
Rekenen met energieverbruik
Wat zijn de voordelen van zonnepanelen en wat is Wattpiek?
Slide 21 - Diapositive
Plaats ze in de juiste orde
1
2
3
4
CONDENSOR
GENERATOR
TURBINE
BRANDER
Slide 22 - Question de remorquage
Een ..... maakt van stoom weer water
A
generator
B
verbrandingsketel
C
turbine
D
condensor
Slide 23 - Quiz
Wat is de eenheid van Energie?
A
Watt
B
Joules/sec
C
Joule
D
sec
Slide 24 - Quiz
Een magneet en spoel bewegen niet t.o.v. elkaar. Staat er nu spanning over de uiteinden van de spoel?
A
Ja
B
nee
Slide 25 - Quiz
Stelling: Elektrische energie gaat nooit verloren
A
waar
B
niet waar
Slide 26 - Quiz
Nu maken
Opdracht 1 t/m 8 uit je boek H1.1
Slide 27 - Diapositive
Hoeveel Joule energie verbruikt een lamp van 12 W in 1 uur 30 minuten?
A
0,018 J
B
18 J
C
64,8 J
D
64800 J
Slide 28 - Quiz
Wat is de formule om het energie verbruik te bereken?
A
E= P+t
B
E=P-t
C
E= P x t
D
E= P:t
Slide 29 - Quiz
Hoeveel energie verbruikt een radio van 110W, die 30 seconden aan staat?
A
3300 J
B
1100 J
C
3300 W
D
1100 kWh
Slide 30 - Quiz
Bereken de energie verbruikt van een apparaat met P = 5W die 30 minuten aan staat
A
25 J
B
2,5 Wh
C
150 J
D
1,5 Wh
Slide 31 - Quiz
Een apparaat heeft een vermogen van 150 Watt en gebruikt dit voor 20 sec. Wat is het energie verbruik?
A
30J
B
300J
C
150J
D
3000J
Slide 32 - Quiz
Hans speelt een uur op zijn elektrische gitaar. De versterker heeft een vermogen van 60 W. Hoeveel elektrische energie verbruikt Hans?
A
Energie = Vermogen x tijd
dus 60 W x 1 uur = 60 Wh
B
Energie = Vermogen x tijd
dus 0,060 kW x 1 uur = 0,060 kWh
C
Energie = Vermogen x tijd
dus 60 W x 3600 s = 216.000 Joule
D
Dat kun je niet weten want dat ligt eraan hoe hard hij speelt
Slide 33 - Quiz
Gaat een groot vermogen automatisch gepaard met een hoog energie verbruik?
A
ja
B
nee
Slide 34 - Quiz
Hoe noemen we bij een windmolen de magneet en de spoel?
A
Turbine
B
Generator
C
Dynamo
D
Motor
Slide 35 - Quiz
Een generator is als grote dynamo.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 36 - Quiz
Wat is een Turbine?
A
Turbine drijft de generator aan
B
Turbine is hetzelfde als een Generator
C
Turbine levert elektrische Stroom
D
Turbine is hetzelfde als een Dynamo
Slide 37 - Quiz
Welke omzetting vindt er plaatst in een dynamo (generator)?
A
chemisch in elektrisch
B
beweging in elektrisch
C
zonne energie in elektrisch
D
elektrisch in chemisch en beweging
Slide 38 - Quiz
Wat is het elektrisch energieverbruik?
Slide 39 - Question ouverte
Je berekent het energieverbruik met de formule: Energieverbruik = vermogen x tijd of E = P x t Hoe groot is het energieverbruik P = 3500 W en t = 2,5 uur Gebruik: Gegeven, Gevraagd, Formule, Berekening, Antwoord
Slide 40 - Question ouverte
Wat is het energieverbruik van een waterkoker van 2500W die 45minuten aan staat?