H2, Par 2.2 Land van verschillende klimaten

Par 2 Land van verschillende klimaten
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Par 2 Land van verschillende klimaten

Slide 1 - Diapositive

Lezen
Blz 20 en 21

Slide 2 - Diapositive

Herhalen
Waarom is het in Spanje warmer dan in Nederland?
Breedteligging
Azorenhoog
Drie soorten neerslag

Slide 3 - Diapositive

Quiz
Maar eerst gaan we kijken wat jullie nog weten van de vorige lessen.. 

Slide 4 - Diapositive

In Spanje is het warmer dan in Nederland doordat de zoninvalshoek in Spanje:
A
Langer is
B
Korter is
C
Groter is
D
Kleiner is

Slide 5 - Quiz

Het Azorenhoog (hogedrukgebied) heeft zomers invloed op Spanje:
A
Juist, dit zorgt voor helder en koel weer
B
Juist, dit zorgt voor helder en droog weer
C
Onjuist, dit zorgt voor helder en koel weer
D
Onjuist, dit zorgt voor helder en droog weer

Slide 6 - Quiz

Regen die ontstaat bij botsing van warme en koude lucht:
A
Stuwingsregen
B
Stijgingsregen
C
Condensatieregen
D
Frontale neerslag

Slide 7 - Quiz

Regen die ontstaat bij opstijgende lucht bij gebergten:
A
Stuwingsregen
B
Stijgingsregen
C
Condensatieregen
D
Frontale neerslag

Slide 8 - Quiz

Klimaten
Spanje kent verschillende klimaten.
Het noorden en noordwesten heeft een gematigd zeeklimaat.
 Neerslag in alle jaargetijden, temperaturen iets hoger dan in Nederland.
Hier heeft het Azorenhoog minder invloed dan in het zuiden. Gevolg meer aanlandige vochtige wind.

 

Slide 9 - Diapositive

Klimaten
De Balearen, de oost- en de zuidkust hebben een Middellandse Zeeklimaat.
 Het Azorenhoog zorgt ervoor dat depressies wegblijven. Droog , onbewolkt en warm zomerweer.
 De meeste neerslag valt in de zachte winters.

Slide 10 - Diapositive

Klimaten
Door de ligging van de gebergten is de invloed van de zee op het binnenland gering. Hete zomer en vrij koude winters (ook door de hoge ligging). Hierdoor heeft het binnenland een landklimaat.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Klimaten
In het gebied rondom Alméria valt weinig neerslag: steppeklimaat

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Klimaten
De Pyreneeën heeft een hooggebergteklimaat. Op kleine afstand zijn er grote temperatuurverschillen. Eeuwige sneeuw op de toppen en prettige temperaturen in de dalen.

Slide 15 - Diapositive

Klimaten
Het klimaat van Canarische eilanden wordt beïnvloed doordat ze in de oceaan liggen.
 In de winter is het er vaak warmer dan aan de Spaanse costa’s, in de zomer is het er vaak koeler.

Slide 16 - Diapositive

Waterproblemen
Neerslag is ongelijk verdeeld over het jaar
 In zomer is het droog: watertekort
 Herfst en winter (soms) veel regen: overstromingen

Slide 17 - Diapositive

Waterproblemen
Overstromingen door perioden met hoge neerslagintensiteit.
 In enkele uren kan de helft van de jaarlijkse neerslag vallen.
 De grond neemt water dan nauwelijks op.
 Grote piekafvoer voor de rivieren met
 overstromingen als gevolg.

Slide 18 - Diapositive

Problemen
Verdamping in de zomer en de ongelijke neerslagverdeling zorgen voor watertekorten in grote delen van Spanje.
Door de hoge verdamping is de nuttige neerslag gering.
 In grote delen van Spanje is er nauwelijks aanvulling van het grond- en oppervlaktewater.

Slide 19 - Diapositive

Oplossingen
Overal in Spanje zijn stuwdammen in
 rivieren gebouwd.
 Veel van dit water uit de stuwmeren
 wordt voor de landbouw gebruikt.
Aanvoer van water via kanalen en pijpleidingen. Bijvoorbeeld water van de Taag naar Segura (het kurkdroge zuiden).

Slide 20 - Diapositive

Quiz
Eens kijken wie er goed heeft opgelet..

Slide 21 - Diapositive

Bekijk de afbeelding

‘De nuttige neerslag is in dit gebied in de zomer positief en in de winter negatief.’

→ Is deze uitspraak juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quiz

Het Sierra Nevada-gebergte ligt aan de zuidkust van Spanje: waar zal de regenschaduw zijn?
A
Noordkant
B
Oostkant
C
Zuidkant
D
Westkant

Slide 23 - Quiz

Bekijk de afbeelding

Geef de juiste volgorde van klimaten:
A
1 Zee-, 2 Land-, 3 Steppe-, 4 Middellandse Zeeklimaat
B
1 Middellandse Zee-, 2 Land-, 3 Zee-, 4 Steppeklimaat
C
1 Zee-, 2 Middellandse Zee-, 3 Steppe-, 4 Landklimaat
D
1 Zee-, 2 Middellandse Zee-, 3 Land-, 4 Steppeklimaat

Slide 24 - Quiz

Hete zomers en vrij koude winters zijn een kenmerk van het:
A
Hooggebergteklimaat
B
Landklimaat
C
Middellandse Zeeklimaat
D
Gematigd Zeeklimaat

Slide 25 - Quiz

Elke 1000 meter die je op een berg naar boven gaat wordt het:
A
0,6 graden kouder
B
6 graden kouder
C
1,2 graden kouder
D
12 graden kouder

Slide 26 - Quiz

En nu?
Rustig aan de slag met de vragen van paragraaf 2.1 en 2.2.

Slide 27 - Diapositive