De Nederlandse Opstand

Geschiedenis 
Periode 4 les 1
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Geschiedenis 
Periode 4 les 1

Slide 1 - Diapositive

Programma periode 4
Les 1 Reformatie en Willem van Oranje
Les 2 Gouden eeuw
Les 3 Napoleon en Industriële revolutie
Les 4 Wereldoorlogen 
Les 5 Wereldoorlogen 
Les 6 Koude oorlog 
Les 7 Toets

Slide 2 - Diapositive

Les via Lessonup
Via Teams bespreek ik de slides
Als er een quiz is of ik stel vragen dan kan je die op je mobiel beantwoorden.

Slide 3 - Diapositive

Hoe kan je interactief meedoen
  • Ga naar lessonup.com op je mobiel
  • Je krijgt van mij een code
       deze vul je in

Slide 4 - Diapositive

Tijd van Ontdekkers en Hervormers Hfd 5

Reformatie, de Nederlands opstand en Willem van Oranje

Slide 5 - Diapositive

Wat weet je nog van de middeleeuwen

Slide 6 - Question ouverte

Wat zie je in een kerk? Schrijf hier onder

Slide 7 - Question ouverte

Katholieke kerk (1)
  • Christelijke kerk

  • Staat onder leiding van de Paus in Rome (vandaar ook wel: Rooms-Katholieke Kerk)

  • Hiërarchisch: er is een duidelijke leider en indeling van macht

  • De mis (kerkdienst) en de Bijbel zijn in het Latijn

Slide 8 - Diapositive

Katholieke kerk (2)
  • Er staan beelden in de kerk

  • Deze beelden (van bijvoorbeeld heiligen) worden soms ook vereerd

  • Ook relieken (overblijfselen van heiligen) worden vereerd

  • Er zijn magische handelingen en rituelen, zoals: wijn/bloed en brood/lichaam

Slide 9 - Diapositive

Reformatie (1)
  • Betekent hervorming

  • In dit geval hervorming van de katholieke kerk

  • Begint aan het einde van de middeleeuwen, in de 15e eeuw

  • Protesteren tegen de macht en rijkdom (o.a. door aflaten) van de katholieke kerk

Slide 10 - Diapositive

Reformatie 2
  • Het vertrouwen in de paus en de Rooms-katholieke kerk nam af.
  • Bisschoppen en kardinalen leidden een leven van luxe en rijkdom, terwijl een groot deel van het volk in armoede leefde.
  • Veel machtsmisbruik door de kerk
  • Belastingen die de kerk hief waren hoog

Slide 11 - Diapositive

Reformatie (2)
  • Belangrijkste hervormers: Maarten Luther en Johannes Calvijn

  • In 1517 komt Luther met 95 stellingen (vooral tegen aflaten)

  • Hij hoopt dat de Paus mee wil denken en de Kerk zal hervormen

  • Luther wordt echter door de Paus in de ban gedaan

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo


Waarom heeft Luther succes?

  • Door de uitvinding van de boekdrukkunst kunnen de teksten van Luther snel worden gekopieerd en verspreid.
  • Luther wordt gesteund én beschermd door machtige Duitse vorsten.
  • De ideeën (van eenvoud en soberheid) spreken veel arme gelovigen aan.
  • Veel gelovigen zijn het niet eens met de aflaten: Luther durft er iets van te zeggen.

Slide 14 - Diapositive

Protestantse kerk
  • Christelijke kerk

  • Er is geen duidelijke leider

  • De mis (kerkdienst) en de Bijbel zijn in de volkstaal

  • Geen beelden en/of verering van heiligen en relieken (is afleiding)

  • Sobere handelingen

Slide 15 - Diapositive

Hoewel er grote en kleine verschillen zijn...
...horen beide kerken bij de christelijke godsdienst

Slide 16 - Diapositive


Protestantse kerk of Katholieke kerk?

Verering van heiligen
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 17 - Quiz


Protestantse kerk of Katholieke kerk?

Sobere handelingen
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 18 - Quiz


Protestantse kerk of Katholieke kerk?

Verering van relieken
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 19 - Quiz


Protestantse kerk of Katholieke kerk?

De Paus is de leider
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 20 - Quiz

Welke van de stellingen is juist?

1 Toen Luther zijn stellingen bedacht wilde hij een
nieuwe kerk beginnen.

2 De Paus wilde wel met Luther praten over zijn
ideeën.
A
Alleen 1 is juist
B
Alleen 2 is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 21 - Quiz



Maarten Luther is het niet eens met de grote rijkdommen
van de Kerk en de geestelijken.

Op welke manier kwam de Kerk aan haar rijkdommen?
A
Mensen kochten hun zonden af met een aflaat.
B
Mensen handelden met de Kerk.
C
De Kerk veroverde rijke gebieden.
D
Mensen hadden medelijden met Kerk en gaven geld.

Slide 22 - Quiz

Karel V 1500 -1558


  • Karel van Habsburg erft het bestuur over de Nederlandse gewesten (1506), Spanje (1516) en het Rooms-Duitse Rijk (1519)
  • Door huwelijken, veroveringen en erfenissen is zijn rijk enorm geworden
  • Hoewel hij koning van Spanje en Keizer van het Rooms-Duitse Rijk is, wordt hij geen koning, maar 'Heer van de Nederlanden'
De aanspreektitel van Karel?

Karel, bij de gratie Gods, Heilig Rooms keizer, Semper Augustus, Koning van Duitsland, Koning van Italië, Koning van heel Spanje, Castilië, Aragón, León, Navarra, Granada, Toledo, Valencia, Galicië, Mallorca, Secillia, Córdoba, Murcia, Jaén, Algarve, Algeciras, Gibraltar, de Canarische eilanden, Koning van de Beide Siciliën, Sardinië, Corsica, Koning van Jerusalem, Koning van de Westelijke en Oostelijke Indiën, Heer van de Eilanden en de Grote Oceaan, Aartshertog van Oostenrijk, Hertog van Bourgondië, Brabant, Lotharingen, Stiermarken, Karinthië, Krain, Limburg, Luxemburg, Gelderland, Neopatrië, Württemberg, Landgraaf van de Elzas, Prins van Zwaben, Graaf van Vlaanderen, Habsburg, Tirol, Gorizia, Barcelona, Artesië, Franche Comté, Henegouwen, Holland, Zeeland, Ferrette, Kyburg, Namen, Roussillon, Cerdagne, Drenthe, Zutphen, Markgraaf van het Heilig Roomse Rijk, Burgau, Oristano en Gociano, Heer van Friesland, het Wendland, Pordenone, Biskaye, Molin, Salins, Tripoli en Mechelen.

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

Wat zijn ketters?
A
Tegenstanders van het Rooms-Katholieke geloof
B
Tegenstanders van de koning
C
Protestanten
D
Mensen die helemaal niet geloven

Slide 25 - Quiz

Hoe wordt NL bestuurd tijdens de periode van Filips II?
A
De zoon van Filips II
B
Edelen, die regeren uit naam van Filips II
C
Edelen
D
Filips II met een aantal ambtenaren

Slide 26 - Quiz

Wat is de actie van Filips II na de beeldenstorm?
A
Hij stuurt Hertog van Alva met een leger
B
Hij wil zo snel mogelijk de kerken herstellen
C
Hij laat Willem van Oranje het oplossen
D
Hij doet niks

Slide 27 - Quiz

Willem van Oranje
> Hertog van Orange 
> Vertrouweling van Karel V
> Duitse oorsprong (Luthers)
> Wilt geloofsvrijheid
> Vijandig tegenover Filips II

Slide 28 - Diapositive

Filips II
> Vanuit Madrid
> is een "hardcore" katholiek
> intensiveert vervolgingen
> Sterke centralisatie
> vijandig tegenover Willem van Oranje

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Vidéo

Wilhelmus 
"Wilhelmus van Nassaue, ben ik van Duitsen bloed. 
Mijn vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. 
Een prins van Oranje ben ik vrij onverveerd. 
De koning van Hispanje heb ik altijd geëerd."

--> Hier kunnen we wat info uit halen. 

Slide 31 - Diapositive

80 jarige oorlog
1568 – 1648

Slide 32 - Diapositive

Kenmerkende aspecten
Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van de Nederlandse staat.

Slide 33 - Diapositive


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 34 - Question ouverte

fijne vakantie

Slide 35 - Diapositive