Introductie klas 3G4, 3G5, 2G2 en 2G4

1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Start leerjaar 3 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie ben ik ?

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie ben ik ?
- Hoe oud ben ik ?
- Hoelang ga ik hier lesgeven ?
- Waarom geef ik Nederlands ?
- Op welke scholen heb ik gewerkt ?
- Hobby's 
- Lievelingseten
- Favoriet vakantieland ?

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Antwoorden over mij...
- Leeftijd: 48 jaar
- Hoelang ga ik hier lesgeven ? Tot de kerstvakantie
- Waarom geef ik Nederlands ? Ik hou van lezen, songteksten
  schrijven, brieven schrijven en gedichten schrijven.
- Scholen waar ik heb gewerkt : De Twickel in Hengelo en
  Staring College in Lochem
- Hobby's: Zingen, dansen, wandelen en op reis gaan
- Lievelingseten: pasta met gehakt
- Favoriet vakantieland : Griekse eilanden

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Inloggen
- Dit doen we vanaf komende maandag in Learnbeat 
(Op Niveau)
- Zorg dat je de licentie hebt en dat je dus klassikaal maandag kan inloggen !

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3 waarheden en 1 leugen

Wat is de leugen?
A
Mevrouw Gerrits woont in Lochem
B
Mevrouw Gerrits heeft geen kinderen
C
Mevrouw Gerrits is 43 jaar
D
Mevrouw Gerrits is gek op pasta

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kletspot
Voorstellen:
Ieder tweetal stelt elkaar even kort voor : Vertel iets over de woonplaats, huisdieren, hobby's, leeftijd, favoriet vakantieland en favoriet gerecht. 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat verwacht jij dit schooljaar
te leren bij Nederlands?

Slide 9 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat vind jij belangrijk tijdens de les? (denk aan omgang met elkaar, regels etc.)

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Tijdens de les
  • Heb je respect voor elkaar
  • Ben je stil als de docent praat
  • Ben je stil als je aan het werk bent
  • Staat je mobiel op stil 
  • Is je mobiel in de (telefoon)tas
  • Mag je soms muziek luisteren in overleg
  • Ruim je je eigen rommel op

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat vind jij moeilijk als het gaat om het vak Nederlands?


Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar ben jij goed in, als het gaat om Nederlands?


Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat wil jij dit jaar beter leren als het gaat om Nederlands?


Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe zorg jij ervoor dat lezen leuk is voor jou?

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat verwacht je van mij als docent Nederlands?

Slide 17 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Boggle
16-letterwoord = 10 punten
timer
2:30

Slide 18 - Diapositive

POFFERTJESKRAMEN

poffertje - 6
kramen
kom
offer
Boggle 1
timer
2:00

Slide 19 - Diapositive

Boekenliefhebber
Boggle 2
timer
1:00

Slide 20 - Diapositive

donderdagochtend
Boggle 3
timer
0:30

Slide 21 - Diapositive

gereedschapskist
Even opfrissen...
Benoem de zinsdelen pv, wg, ow: "Het kind eet boterhammen."

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

"Het kind at de boterhammen niet op."
Wat is de persoonsvorm?

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

"Het kind at de boterhammen niet op."
Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 24 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

"Het kind at de boterhammen niet op."
Wat is het onderwerp?

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

"Het kind at de boterhammen niet op."
Wat is het lijdend voorwerp?

Slide 26 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De oma van Joep (branden) graag een kaarsje
A
brand
B
brant
C
brandt

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions