Le passé composé

Le passé composé

De voltooid tegenwoordige tijd

Ik heb gekeken, jij hebt gekeken, wij hebben gekeken


J'ai regardé, tu as regardé, nous avons regardé

1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Le passé composé

De voltooid tegenwoordige tijd

Ik heb gekeken, jij hebt gekeken, wij hebben gekeken


J'ai regardé, tu as regardé, nous avons regardé

Slide 1 - Diapositive

Le passé composé
Het verschil tussen de présent en de passé composé
De présent is de tegenwoordige tijd:   
ik kijk          je regarde
jij kijkt       tu regardes

De passé composé is de voltooid tegenwoordige tijd:
ik heb gekeken          j'ai regardé
jij hebt gekeken        tu as regardé
Op de volgende slide vind je een filmpje met uitleg over het vormen van de passé composé

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

1. Welke 2 stappen voer je uit bij het vormen van de passé composé

Slide 4 - Question ouverte

2. Kruis aan welke zinnen in de passé composé staan.
A
Nous sommes en retard.
B
Nous avons parlé jusqu'à minuit.
C
Les filles dansent toute la nuit.
D
Vous avez regardé la télé?

Slide 5 - Quiz

3. Kruis aan welke zinnen in de passé composé staan.
A
Il parle avec son copain.
B
On habite près de la plage.
C
J'ai fait mes devoirs.
D
Tu as joué le match?

Slide 6 - Quiz

4. Vul de juiste vorm van de passé composé in.
Marc ... (manger) des tapas.

Slide 7 - Question ouverte

5. Vul de juiste vorm van de passé composé in.
Vous ... (travailler) dans un camping?

Slide 8 - Question ouverte

6. Vul de juiste vorm van de passé composé in.
Sophie et Lisa ... (aimer) danser.

Slide 9 - Question ouverte

7. Vul de juiste vorm van de passé composé in.
J' ... (faire) mes devoirs.

Slide 10 - Question ouverte

8. Vul de juiste vorm van de passé composé in.
Tu ... (jouer) à la console souvent?

Slide 11 - Question ouverte

9. Vul de juiste vorm van de passé composé in.
Nous ... (être) au musée.

Slide 12 - Question ouverte

10. Vul de juiste vorm van de passé composé in.
On ... (avoir) un accident.

Slide 13 - Question ouverte

Hoe ga je nu verder?
Had je alle antwoorden goed? Als het goed is snap je nu hoe je de passé composé vormt.

Als je een antwoord fout had, snap je dan nu wat je fout hebt gedaan? Kon je je antwoord goed verbeteren?

Zo niet, twijfel dan niet om de docent om wat extra uitleg en oefeningen te vragen!!!

Slide 14 - Diapositive