Woordenschat hfd 1 VH3 deel 2

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Nederlands - Woordenschat hfd 1 - Deel 2
Klas VH3

De vorige les

-stijlfiguren

-Gershwin Bonevacia

-pleonasme

-tautologie

-enumeratie (opsomming)

-repetitio (herhaling)

Deze les

-We kijken terug naar de theorie van vorig jaar.

-Je maakt kennis met stijlfiguren in de poëzie.

-Je gaat oefeningen maken uit je lesboek.

Lesdoelen

• Ik weet wat een tegenstelling is;
• Ik kan een drieslag herkennen;
•  Ik kan een climax herkennen;
• Ik kan een omgekeerde climax herkennen.

Tegenstelling I

Een tegenstelling is het tegenovergestelde van iets. 
Spaans: opuesto
Engels: opposite

oud-jong

arm-rijk
rond-vierkant

Tegenstelling II

In de zinnen die jullie veel zullen tegenkomen, vind je vaak dit type tegenstellingen:

-De hoogste kwaliteit voor de laagste prijs.

-In de stille kamer, schreeuwden de stemmen in haar hoofd.

Opsomming -drieslag

De drieslag is een opsomming die uit drie zinnen (woorden of zinsdelen) bestaat.

-Mijn zusje houdt van rijst, vis en kaas.
-Ik kwam, zag en overwon (veni vidi vici van Julius Caesar).
-Het kostte de oude man bloed, zweet en tranen om dat huis te
  bouwen.

Opsomming-climax 

De climax (toewerken naar een hoogtepunt) is een steeds sterker wordende reeks:

-Ik ben goed, die jongen is beter, maar jij bent de beste!

-Thailand vond ik saai, Cambodja vond ik al leuker en Vietnam
  vond ik fantastisch!

Opsomming-omgekeerde climax

De omgekeerde climax (anticlimax) is een steeds zwakker wordende reeks:

-Het feest was geweldig! Nou ja, het was wel leuk...of eigenlijk
  was het wel een beetje saai.

-De officieren, de onderofficieren, de korporaals en zelfs de
  gewonde soldaten kwamen in opstand.

De verwerking

Nu is het tijd om te kijken of je de verschillende stijlfiguren kunt herkennen.

Lees de zin en bekijk welke stijlfiguur gebruikt is.

Deze politieke partij is van het volk, voor het volk en door het volk.

1. pleonasme
2. tautologie
3. tegenstelling
4. herhaling

Wat huren we? Een tent, een huisje of een villa?

1. pleonasme
2. climax
3. tegenstelling
4. tautologie

Eerst was ik boos, later was ik kwaad en toen werd ik echt woedend!

1. pleonasme
2. climax
3. omgekeerde climax
4. tegenstelling

Het is een komen en gaan van verschillende docenten.

1. pleonasme
2. tegenstelling
3. omgekeerde climax
4. tautologie

Ik heb veel vrijheid binnen de gebondenheid van de les.

1. pleonasme
2. tegenstelling
3. omgekeerde climax
4. tautologie

Gisteren was er een onverwachte verrassing toen ik thuis kwam.

1. pleonasme
2. climax
3. omgekeerde climax
4. tegenstelling

Nu zelf aan de slag

Woordenschat hoofdstuk 1
Opdracht 1 en 2

Kijk in magister wat je huiswerk is voor volgende week.