quiz saint nicolas

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Bienvenue!

Saint Nicolas va arriver!

Qu'est-ce qu'on fait aujourd'hui?

- Wat moet je kennen en kunnen voor de toets van unité 1?

-Oefentoets

- La récré

-Zelf verder oefenen

-Quiz Saint Nicolas

les règles

- stilte tijdens instructie

- boek omhoog? iedereen stil

-vraag/opmerking: vinger omhoog

Kijk in learnbeat wk 49

Wat moet je kunnen en kennen voor de toets?

voorbeeld oef 30 

Bonjour, je m'appelle X/ je suis X

J'aime jouer et m'asseoir sur le canapé. J'aimerais m'inscrire au canoë parce que ça a l'air super amusant. Ja n'ai aucune expérience.  / Je n'ai pas d'expérience.

Au revoir/Salutations 

X

Maak de oefentoets 1.8 digitaal

• Je MAG vandaag je boek erbij gebruiken, volgende week niet
  
• de kloktijden maak je wel, maar krijg je niet bij de toets
• de phrases (zinnen) krijg je bij de toets alleen F-N

We werken in STILTE

Klaar? Ga extra oefenen met de onderdelen 

Extra oefenreeks unité 1.8 

la récré

• Telefoon? oui!
• We blijven in het lokaal
• Naar het toilet? Eerst toestemming vragen: Je peux aller aux toilettes?
• Als het alarm afgaat, gaat iedereen zitten en gaan we verder met de les

quiz saint nicolas

In welk deel van Frankrijk wordt Saint Nicolas gevierd?

1. Zuid-Frankrijk
2. Oost-Frankrijk
3. Noord-Frankrijk
4. West-Frankrijk

Le manteau de Saint Nicolas est vert.

1. oui
2. non

L'anniversaire de Saint Nicolas est le 6 décembre.

1. oui
2. non

La couleur de Père Fouettard est noire (sur le photo).

1. oui
2. non

Hoe heet Sinterklaas in het Frans?

1. Sainte Nicolas
2. Saint Nicolas
3. Saintenicolas
4. Sintinhetfrans

Van wie is Saint Nicolas de "beschermheilige" , le patron?

1. les écoliers
2. les enfants
3. les parents

Wat zijn "bonbons" in het Frans?

1. chocolaatjes
2. snoepjes
3. goedgoedjes

encore une chanson...... 

Le boucher, c'est qui?

1. De bakker
2. De kruidenier
3. De slager
4. De bloemist

Saint Nicolas passe après combien d'ans?

1. 5 ans
2. 7 ans
3. 6 ans
4. 8 ans

Dernière question: Il était .................... petits enfants

1. deux
2. quatre
3. trois
4. cinq