U3. Clase 2. C1 Gramática

• Spaans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

¡Bienvenidos chicos y chicas!

Viernes , 1 de diciembre de 2023

¿Qué vamos a hacer hoy?

1. Somtoday
2. Objetivos de la unidad 3.
   
3. Repasamos. Regelmatige werkwoorden
   
4. Gramática Unidad 3. 
5.  ¡A trabajar!
6. Final de la clase. ¿Qué has aprendido hoy?
   

Aan het einde van dit hoofdstuk:

Leerdoelen

- ik kan over mijn familie vertellen

- ik kan klokkijken 

- ik kan zeggen hoe laat iets is 

- ik kan de bezittelijke naamwoorden gebruiken

- ik kan de regelmatige w.w op ar/er/ir in de juiste persoon vervoegen

Aan het einde van dit hoofdstuk:

Succescriteria's

- ik kan iemand voorstellen en iets over diegene vertellen

- ik ken de benoemingen van familieleden

- ik kan het ww tener vervoegen

- ik kan de regelmatige w.w op ar/er/ir in de juiste persoon vervoegen

- ik kan de de bezittelijke naamwoorden gebruiken in het Spaans

- ik kan vertellen van hoe laat tot hoe laat ik les heb / een welk vak ik heb

- ik kan met iemand afspreken/zeggen hoe laat iets is

Unidad 3 Gramática

1. De presente van regelmatige werkwoorden

2. Het werkwoord "tener"

3. Bezittelijke voornaamwoorden.

4. Klokkijken

Unidad 3 Gramática

1. De presente van de regelmatige werkwoorden

    HABLAR

    COMER

    VIVIR

LET OP! persoonlijke vnw - los pronombres

yo                                   (ik)

tú                                    (jij)

él/ella/usted              (hij/zij/u)

nosotros/nosotras  (wij)

vosotros/vosotras    (jullie)

ellos/ellas/ustedes   (zij m/zij v/ u mv)

In het Spaans hoeft het persoonlijk vnw er niet bij te staan. Je kunt aan het werkwoord zien welke persoon bedoeld wordt.

Persoonlijke voornaamwoorden

(yo)                                                

(tú)                                   

(él, ella, usted, ..)                Ana/ La chica / El señor Perez / Mi madre/El supermercado

(nosotros/-as)                     Maria y yo / tú y yo

(vosotros/-as)                      Maria y tú

(ellos, ellas, ustedes, ..)   Juan y Maria/Mis abuelos

Verbos regulares en presente

Op welke letters eindigen Spaanse werkwoorden
(3 soorten)?

Wat is de stam van hablar/comer/vivir?

Op welke letter eindigt de eerste persoonsvorm (yo)?

Op welke letters eindigen Spaanse werkwoorden
(3 soorten) in de eerste persoon meervoud (nosotros/as)?

Op welke letters eindigen Spaanse werkwoorden
(3 soorten) in de tweede persoon meervoud (vosotros/as)?

yo

Tú

él, ella, usted

nosotros/ nosotras

vosotros/ vosotras

ellos, ellas, ustedes

viven

hablo

vende 

vivimos

vendo

es

eres

habla

aprendemos

estudiáis

trabajan

hablamos

vivís

escribes

buscamos

sois

son

Nosotros (vivir)

1. vivisteis
2. vivimos
3. vivemos
4. vivís

Vosotros (vivir)

1. vivisteis
2. vivimos
3. vivemos
4. vivís

Usted ......................(vivir) en Dordrecht

1. vivas
2. vive
3. vivis
4. vivéis

Vosotros ......................(vivir) en Dordrecht

1. vivas
2. vives
3. vivis
4. vivéis

Nosotros...........(hablar) español.

hablar, tú

comer, ella

comer, ellas

cantar, Carmen y yo

vender, Paco y tú

María y José (vivir)

comer, ustedes

hablar, vosotros

¿Quieres practicar más?

Wil je meer oefenen? 

Leren vervoegen met VERBUGA 

http://www.verbuga.eu/Esmi/index.html

Verplichte opdrachten:

Papierenboek U3 Gramática:

Opdracht 1 t/m 2

bestudeer tener en de bezittelijke voornaamwoorden

Si terminas/Als je klaar bent?

verbuga oefenen

Woorden leren unidad 3 

Frases claves unidad 3

Optionele opdrachten:

(verdieping / verbreding)

TB U3 Gramática

Opdracht 4

(herhaling)

WB U3 Gramática

Digitaalboek HW U3 Gramática. 

Opdracht 1 t/m 3

¿Cómo has trabajado hoy en clase?

😒🙁😐🙂😃

Na deze les, 

wil ik...

de uitleg nog 1 keer horen

meer voorbeelden krijgen

meer oefeningen maken

de leerstof thuis nog even bekijken

overgaan naar nieuwe leerstof

nog meer te weten komen over de leerstof

niet meer te weten komen over de leerstof

nog iets anders (vul de vraag op de volgende slide in)

Nog iets anders, namelijk...