Week 36 Intro lj3

• Spaans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Mevrouw van der Linden

¿Qué vamos a hacer hoy?

• Voorstellen
• Verwachtingen
• Quiz
• 2 Opdrachten

Doel: Aan het eind van deze les weet ik wat er van mij verwacht wordt en heb ik kennisgemaakt met de docent. 

¿Quién soy yo?

Hola! Me llamo Valentina van der Linden (Mevrouw van der Linden).

Soy de.......

Vivo en....

Me gusta....

Trabajo los martes, miércoles y jueves

¿Cómo te llamas?

Regels:

• Als docent/ iemand aan het woord is, is de rest Stil/ Silencio!!
  
• Beleefd zijn en respect voor elkaar hebben
• Spullen in orde (boek, schrift, pen etc.,)
• Taalgebruik is gepast
  
• Niet rond de klas lopen zonder toestemming
• Geen laptops op tafel zonder toestemming 

Aspraken:

Geen hw of geen opdrachten maken?

-> extra opdrachten 

WC/ Kluisje ? Voor de les gaan

Niet aanwezig? maak afspraken met mij of met je klasgenoten. 

Waarschuwingen 

 1 : Andere zit plek

2: In de pauze

 3: Uit de les en gaan melden.

Wat Heb je nodig?

• Boeken
• Woordenboek (verplicht)
• Schrift + pen
• Laptop (toestemming) 

¿Preguntas?

Google - Lesson Up code

Ben jij deze zomer ergens heen geweest voor vakantie of een uitje? Sleep het pinnetje daarheen op de kaart!

Español

Heb je Spaans kunnen oefenen in de vakantie? (reizen, serie, muziek etc..)

Nada

Un poco

Mucho

¿Hablas español?

No

Un poco

Sí, ¡hablo español!

Ik begrijp de vraag niet

Waarom denk je dat het handig is om Spaans te leren?

Welke woordjes/ grammatica weet je nog?

Wat heb je nodig om goed te kunnen werken in de Spaanse lessen dit jaar?

Repaso: Weet jij de pronombres personales nog in het Spaans? Koppel de juiste Nederlandse betekenis eraan. Doe daarna hetzelfde met de rode kaartjes.

YO

TÚ

ÉL, ELLA, USTED

NOSOTROS, NOSOTRAS

VOSOTROS, VOSOTRAS

ELLOS, ELLAS, USTEDES

ik

jij

zij (mv)

u 

wij

hij

jullie

zij

u (mv)

presente: verbos irregulares
hacer, yo

1. haco
2. hago
3. hecho
4. hazco

Hay ser of estar?
Mi padre y yo ................. altos y morenos.

1. estamos
2. hay
3. somos

Vertaal naar het Spaans:
Ik ga naar het strand.

¿Quién?

¿Quiénes?

¿Dónde?

¿Cómo? 

¿Cuál?

¿Cuáles?

¿Por qué?

¿Cuánto? 

Waarom? 

Wie?

Waar?

Hoeveel? 

Welk(e)?

Hoe? 

Kennismakingsopdracht

¿Cómo te llamas?

Schrijf je naam op en 

zoek dan in de Spaanse woordenlijst 

bij iedere letter iets op dat je leuk vindt.

Me llamo Valentina

Me gusta Viajar.

 

Leer un texto A2

Objetivo: Je kan een Sp tekst lezen en begrijpen

¿Qué? 

• Lees de tekst
• Onderstreep nieuwe woordjes + vertalen 
• Schrijf  een samenvatting in het Nederlands

¿Cómo? je werkt zelfstandig en maak alleen gebruik van een woordenboek

¿Dónde? Op papier = geen laptops

Wat vond je zo van deze eerste les Spaans?

1. 
2. 
3. 
4. 

¡Adiós!

• Boeken meenemen
• Hou magister in de gaten