Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
4.4 Zenuwstelsel
Slide 1 - Diapositive
Doel van de paragraaf:
Je weet wat je zenuwstelsel doet
Je weet hoe impulsen door je lichaam gaan
Je weet hoe je hersenen in elkaar zitten, wat er in je hersenen verandert als je leert en hoe je geheugen werkt
Je weet welke stoffen je hersenen beïnvloeden
Slide 2 - Diapositive
Deel 1, het zenuwstelsel
Slide 3 - Diapositive
Zenuwstelsel
Bestaat uit:
Zenuwen
Ruggenmerg
Hersenen
Centraal zenuwstelsel
Slide 4 - Diapositive
Functies
* Zenuwen: geleiden impulsen
* Ruggenmerg: Dikke bundel zenuwen die door je ruggengraat loopt, geven signalen door van/naar je hersenen
* Hersenen: ontvangen impulsen van zintuigen, maken impulsen om spieren en klieren aan te sturen
Slide 5 - Diapositive
Verschillende zenuwcellen
Gevoelszenuwcellen
Schakelzenuwcellen
Bewegingszenuwcellen
Slide 6 - Diapositive
Gemengde zenuw
bevatten uitlopers van gevoelszenuwcellen en bewegingszenuwcellen. Lopen vanuit je ruggemerg en zitten bijv. in je armen en benen.
Slide 7 - Diapositive
In de doorsnede van het ruggenmerg ziet dat er zo uit:
Slide 8 - Diapositive
Via welke route gaat een prikkel naar de hersenen?
A
prikkel -> impuls -> zenuw -> hersenen
B
prikkel -> zintuig -> impuls -> zenuw -> hersenen
C
prikkel -> zenuw -> impuls -> hersenen
D
prikkel -> zintuig -> zenuw -> impuls -> hersenen
Slide 9 - Quiz
Vanuit je gehoororgaan loopt de gehoorzenuw naar het centrale zenuwstelsel. Wat voor zenuw is de gehoorzenuw?
A
een bewegingszenuw
B
een gevoelszenuw
C
een gemengde zenuw
Slide 10 - Quiz
schakelzenuwcel
cellichaam
gemengde zenuw
bewegingszenuw
Slide 11 - Question de remorquage
Doel van de paragraaf:
Je weet wat je zenuwstelsel doet
Je weet hoe impulsen door je lichaam gaan
Je weet hoe je hersenen in elkaar zitten, wat er in je hersenen verandert als je leert en hoe je geheugen werkt
Je weet welke stoffen je hersenen beïnvloeden
Slide 12 - Diapositive
Deel 2, de hersenen
Slide 13 - Diapositive
De hersenen
Hersenen bestaan uit 3 onderdelen:
grote hersenen
kleine hersenen
hersenstam
Slide 14 - Diapositive
leren en onthouden
Wanneer je leert worden er steeds meer verbiningen aangemaakt in je hersenen. Uiteindelijk lijkt het dan automatisch te gaan. Je moet het wel bijhouden.
Slide 15 - Diapositive
geheugen
Je weet dat je na een tijdje al je geleerde stof vergeet, Alleen door herhalen blijft het in je hoofd.
Slide 16 - Diapositive
Stoffen die je hersenen beïnvloeden:
Alcohol
Drugs
Medicijnen
Slide 17 - Diapositive
De hersenen bestaan uit...
A
Grote hersenen, kleine hersenen en ruggenmerg
B
Grote hersenen, hersenstam en ruggenmerg
C
Kleine hersenen, hersenstam en ruggenmerg
D
Groter hersenen, kleine hersenen en hersenstam
Slide 18 - Quiz
In welk deel van de hersenen vindt bewustwording plaats?
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
C
Hersenschors
D
Hersenstam
Slide 19 - Quiz
Welke hersenen ontvangen en verwerken impulsen?
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
Slide 20 - Quiz
Welk deel van de hersenen zorgt voor het coördineren van bewegingen?
A
Kleine hersenen
B
Grote hersenen
C
hersenstam
D
hypofyse
Slide 21 - Quiz
Welk onderdeel van de hersenen is een verlengde van het ruggenmerg?