Chapter 2 Grammar

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Welcome C1B1

Grammar 

Today's class

Aan het eind van de les...

• ...weet ik (weer) hoe ik een vraag in het Engels maak en kan het ook correct gebruiken.
• ...weet ik (weer) hoe ik een ontkenning in het Engels maak en kan het ook correct gebruiken.
• Weet ik hoe in een zin de juiste woordvolgorde gebruik.
  

Hoe maak je een vraag?

Door de vorm van to be/ can/ may vooraan te zetten 
vorm van to be? -> am/are/is

OF

Door do of does vooraan te zetten

Uitleg...Vragen met 'to do'

Geen vorm van to be (am/are/is/) of can?

Dan gebruik je do of does om een zin vragend te maken.

I like chocolate.                                                 Do I like chocolate?

She likes chocolate.                                        Does she like chocolate?  

Bij he/she/it gebruik je does  de rest do

Na do en does krijg je het hele werkwoord!

Maak een vraag:
It looks good.

Maak een vraag:
It is hot today.

Maak een vraag:
He can read.

Maak een vraag:
We play in the park every day.

Uitleg... Ontkenning met 'to do'

Geen vorm van to be (am/are/is/was/were), to have got of can?

Dan gebruik je don't of doesn't  om een zin ontkennend te maken.

I like chocolate.                                                 I don't like chocolate?

She likes chocolate.                                        She doesn't like chocolate?  

Bij de onderwerpen he/she/it gebruik je doesn't rest do

Na don't en doesn't  krijg je het hele werkwoord!

Maak de volgende zin ontkennend.
I play football.

Maak de volgende zin ontkennend
She works all day.

Maak de volgende zin ontkennend
We like school.

Word order, p. 117

Wie doet wat waar wanneer?

             O              ww              lv             plaats                    tijd

EXAMPLE:

Peter liep vanmiddag samen met Patrick naar zijn huis.

Peter walked together with Patrick to his house this afternoon.

Choose the sentence with the correct word order.

1. He swims every day in the canal.
2. He swims in the canal every day.
3. In the canal he swims every day.

Choose the sentence with the correct word order.

1. My sister got married last year.
2. Last year my sister got married.
3. My sister last year got married.

Correct word order:
Billy / to his friend /
five minutes ago / went

1. Billy went to his friend five minutes ago
2. Billy went five minutes ago to his friend
3. Billy five minutes ago went to his friend.
4. Five minutes ago Billy went to his friend

stap 1

stap 2

stap 3

stap 4

in the evening

my mother

television

is watching

stap 1

stap 2

stap 3

stap 4

tonight

my sister and her friends

a horror movie

are watching

stap 1

stap 2

stap 3

stap 4

stap 5

to bed

Max

his lucky t-shirt

wears

every night

stap 1

stap 2

stap 3

stap 4

stap 5

at school

I

a cup of tea

drink

every day

Maak de volgende zin ontkennend.
I play football.

Maak de volgende zin ontkennend
She works all day.

Maak de volgende zin ontkennend
We like school.

Homework

3 opdrachten op Stepping Stones:

1. Ga naar Magister - leermiddelen - Stepping Stones.
2. Op de startpagina van Stepping Stones staat boven in het scherm 'planning' = daar klik je erop.

Homework

Do/ maken:

- 4 opdrachten staan al klaar op Stepping Stones online onder 'planning' 

practise / oefenen

Hoofdstuk 2 Slim Stampen.

Vocabulary F & G study-mc