Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Hoofdstuk 7: Specifieke werkomstandigheden Marco
Welke persoonlijke beschermingsmiddelen draag je bij onderstaande werkzaamheden:
1. Elektrisch lassen.
2. snijden en branden.
a b c d e f
1 / 17
suivant
Slide 1:
Diapositive
Vca
Beroepsopleiding
Cette leçon contient
17 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Welke persoonlijke beschermingsmiddelen draag je bij onderstaande werkzaamheden:
1. Elektrisch lassen.
2. snijden en branden.
a b c d e f
Slide 1 - Diapositive
Antwoorden vorige vraag:
1. Elektrisch lassen = B (lashandschoenen), C (Laskap) en D (Lasoverall)
2. snijden en branden. = B (lashandschoenen), D (lasoverall) en F (Lasbril)
Slide 2 - Diapositive
Welke maatregelen neem je bij het autogeenlassen?
A
Je draagt een lasbril en vlam vertragende overall.
B
Je haalt alle materialen uit de omgeving weg.
C
Je zorgt voor een brandblusser bij de werkplek.
D
Je controleert of er geen brandbare materialen in de buurt van de werkplek liggen.
Slide 3 - Quiz
Waarom is het slopen van keramische vezels zo gevaarlijk?
A
Er kunnen gevaarlijke gassen vrijkomen.
B
Er kunnen gevaarlijk stofdeeltjes vrijkomen.
C
Er kunnen gevaarlijke dampen vrijkomen.
Slide 4 - Quiz
Welke persoonlijke beschermingsmiddelen moet je gebruiken bij het slopen van keramische vezels?
A
Een stofmasker (P1) en veiligheidskleding (helm, overall en handschoenen).
B
Veiligheidsschoenen S2 en overall.
C
Een masker met P3 filter en veiligheidskleding.
Slide 5 - Quiz
Welke maatregelen moeten worden genomen bij sloopwerkzaamheden?
A
Er moet een sloopplan aanwezig zijn.
B
Er moet een werkvergunning aanwezig zijn.
C
Voorafgaand aan de werkzaamheden moeten gasmetingen worden gedaan.
D
Er moet een inventarisatie zijn gedaan van gevaarlijke stoffen.
Slide 6 - Quiz
Waarom moet je bij graafwerk proefsleuven graven?
A
Je stelt vast of de grond geschikt is om in te graven.
B
Je stelt vast hoe de ligging is van kabels en leidingen ter hoogte van de plek waar je graafwerk gaat uitvoeren.
C
Je stelt vast of er gevaar is voor instorting om de juiste veiligheidsmaatregelen te bepalen.
Slide 7 - Quiz
Je gaat graafwerkzaamheden uitvoeren voor het leggen van kabels en leidingwerk. Zet de activiteiten in de juiste volgorde.
A
Voorsteken en proefsleuf graven.
B
Uitgraven met graafmachine.
C
KLIC-melding doen.
D
Talud, bestempeling en damwand controleren.
Slide 8 - Quiz
Antwoord vorige vraag
C: KLIC-melding doen.
A: Voorsteken en proefsleuf graven.
B: Uitgraven met graafmachine.
D: Talud, bestempeling en damwand controleren.
Slide 9 - Diapositive
Je gaat werkzaamheden uitvoeren op een dak op 6 meter hoogte. Zet de maatregelen in de juiste volgorde (naar prioriteit).
A
Dakrandbeveiliging toepassen.
B
Meer dan 4 meter uit de dakrand werken.
C
Een veiligheidsharnas met vallijn gebruiken.
Slide 10 - Quiz
Antwoord vorige vraag:
B: Meer dan 4 meter uit de dakrand werken.
A: Dakrandbeveiliging toepassen.
C: Een veiligheidsharnas met vallijn gebruiken.
Slide 11 - Diapositive
Er zijn verschillende hulpmiddelen voor werken op hoogte. Geef aan welke hulpmiddelen je gebruikt bij onderstaande werkzaamheden.
1. Ramen zwemen.
2. Schilderwerk aan kozijnen en gevel van een kantoorpand met verdieping.
3. Vervangen van TL-lampen aan plafond fabriekshal.
4. Voegwerk van de gevel van een gebouw van vier verdiepingen.
5. vervangen van de buitenlamp bij de voordeur van school.
a. ladder
b. rolsteiger
c. vaste stalen steiger.
Slide 12 - Question de remorquage
Antwoorden vorige vraag.
1a
2b
3b
4c
5a
Slide 13 - Diapositive
Welke eisen gelden bij werken op steigers?
A
Je moet een veiligheidsharnas dragen.
B
Geen materiaal achterlaten op de steigervloer.
C
Werken vanaf de ladder is toegestaan.
D
Er moet een geldige steigerkaart aan de steiger bevestigd zijn.
Slide 14 - Quiz
Welke eisen gelden voor de bediening van een hoogwerker?
A
Je moet de hoogwerker op een vlakke grond opstellen.
B
Veiligheidsharnas is verplicht boven windkracht 6.
C
Je moet instructie hebben gehad.
D
Je mag alleen op hoogte de werkbak verlaten als je bent aangelijnd.
Slide 15 - Quiz
Je gaat werken in een besloten ruimte en moet onafhankelijke ademlucht (perslucht) gebruiken. Welke uitspraak is juist.
A
Je mag altijd met ademlucht werken als er vooraf maar een TRA is gedaan.
B
Je moet medisch goedgekeurd zijn om onafhankelijke adembescherming te mogen gebruiken.
C
Je mag geen onafhankelijke adembescherming gebruiken in een besloten ruimte.
Slide 16 - Quiz
Je gaat schoonmaakwerk doen in een opslagtank. Welke veiligheidsmaatregelen gelden?
A
Er mag meer dan 10% LEL gemeten worden.
B
Gebruik van elektrisch gereedschap met 50V
C
Onafhankelijke adembescherming gebruiken bij minder dan 19% zuurstof.
D
Mangatwacht aanwezig tijdens de werkzaamheden.
Slide 17 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
VCA hoofdstuk 11 lassen en branden
Juin 2024
- Leçon avec
35 diapositives
Bouwtechniek
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4
Les 5 / H5 'Werkomstandigheden'
Février 2022
- Leçon avec
50 diapositives
VCA
MBO
Studiejaar 1,2
VCA hfd 5
Octobre 2024
- Leçon avec
25 diapositives
Electronica
MBO
Studiejaar 2
VCA - H10 - Risicovolle werkzaamheden en locaties
Février 2024
- Leçon avec
15 diapositives
Keuzedelen
MBO
Studiejaar 1
VCA - H10 - Risicovolle werkzaamheden en locaties
Novembre 2024
- Leçon avec
15 diapositives
Keuzedelen
MBO
Studiejaar 1
VCA - H10 - Risicovolle werkzaamheden en locaties
Septembre 2024
- Leçon avec
15 diapositives
Keuzedelen
MBO
Studiejaar 1
VCA Samenvatting B
Novembre 2024
- Leçon avec
13 diapositives
Techniek
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
VCA Samenvatting B
il y a 1 jour
- Leçon avec
13 diapositives
Techniek
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3