Unidad 2

Unidad 2
Lesdoelen:
ik kan vertellen wat ik in mijn vrije tijd toe.
Ik kan acties uitdrukken die nu aan de gang zijn (bijvoorbeeld: ik ben mijn huiswerk aan het maken) 
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Unidad 2
Lesdoelen:
ik kan vertellen wat ik in mijn vrije tijd toe.
Ik kan acties uitdrukken die nu aan de gang zijn (bijvoorbeeld: ik ben mijn huiswerk aan het maken) 

Slide 1 - Diapositive

¡Bienvenidos! H3b
Tygo
Roan k
Joshua
Jaïr
Jurre
Samuël 
Julian
Elin
Ronja
Pepijn
Joas
Hidde
Gwen
Doutsen
Bernt
Roan  W.
Milan
Mathijs
Bram
Rowan
Jesse P.
Nolan 
Jesse

Slide 2 - Diapositive

Actividades de tiempo libre
1.
2.
3.
4.
5.

Slide 3 - Diapositive

Ejercicio 4
Me gusta ..... porque ....
Me gusta ..... con ...

No me gusta .... porque ....

Slide 4 - Diapositive

Un día en Isla Mágica
¿Qué es Isla Mágica?
¿Qué puedes ver/hacer en Isla Mágica?
¿Cuánto cuesta?
¿Cuál es la mejor manera de llegar a Isla Mágica?


Slide 5 - Diapositive

¿Qué haces en tu tiempo libre?

Slide 6 - Question ouverte

Slide 7 - Vidéo

¡Feliz año nuevo!

Slide 8 - Diapositive

Los objetivos de la clase
  • Ik kan zeggen wat ik graag in mijn vrije tijd toe.
  • Ik kan zeggen wat mijn goede voornemens voor 2025 zijn.
  • Ik kan zeggen wat ik op dit moment aan het doen ben. (gerundio). 
  • Ik ken de vraagwoorden: wie, wat, waar, etc.
  • Ik weet hoe ik het vraagwoord "quién" gebruik.

Slide 9 - Diapositive

¿Cuáles son tus propósitos de año nuevo?

Slide 10 - Question ouverte

¿Qué has hecho estas vacaciones?

Slide 11 - Question ouverte

¿Qué estás haciendo en este momento?

Slide 12 - Question ouverte

Las palabras para hacer una pregunta
wie?
wat?
waar?  waarheen? waar vandaan?
wanneer?
hoeveel?
waarom?
hoe?
hoe laat?
welke?

Slide 13 - Diapositive

Objetivos de la clase
Ik ken de verschillende vraagwoorden.
Ik kan aangeven hoe veel of hoe weinig ik van iets hou.
Ik weet hoe ik een telefoongesprek voer in het Spaans:
* Ik weet wat ik zeg bij het opnemen van de telefoon.
* Ik weet hoe ik vraag of iemand thuis is.

Slide 14 - Diapositive