Hfd 1.2 De opkomst van de landbouw

VWO 4
1.2 De opkomst van de landbouw.
Lesdoelen:
In deze paragraaf leer je:
- hoe de landbouw ontstond.
- welke oorzaken en gevolgen het ontstaan van de landbouw had.
- hoe landbouwsamenlevingen ontstonden.
KA: - het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen.
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

VWO 4
1.2 De opkomst van de landbouw.
Lesdoelen:
In deze paragraaf leer je:
- hoe de landbouw ontstond.
- welke oorzaken en gevolgen het ontstaan van de landbouw had.
- hoe landbouwsamenlevingen ontstonden.
KA: - het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen.

Slide 1 - Diapositive

1.2 De opkomst van de landbouw.
Rond 9000 v.C. ontstond de landbouw voor het eerst in het Midden-Oosten, de vruchtbare halve maan. 
Het begon met vijgen, gerst en verschillende soorten tarwe.
Omstreeks 8000 v.C. de veeteelt.
In de daarop volgende millennia werd de landbouw steeds gevarieerder (erwten, linzen, olijven en druiven). 
Omstreeks 4000 v.C. werden er ook paarden gehouden.
--> Neolithische revolutie

Vanuit het Midden-Oosten werd de landbouw door migranten verspreid in Azië, Afrika en Europa.
Vruchtbare halve maan

Slide 2 - Diapositive

1.2 De opkomst van de landbouw.
In sommige delen ontstond de landbouw uit zichzelf.

Omstreeks 7000 v.C. in China (gierst en rijst).
Ook in Midden-Amerika ontstond de landbouw uit zichzelf (maïs, pompoen, avocado, aardappelen en bonen).

Trechtbekervolk in Nederland

Slide 3 - Diapositive

3

Slide 4 - Vidéo

1.2 De opkomst van de landbouw.
Oorzaken landbouwrevolutie:
1. Door de verandering van het klimaat kwamen er in het Midden-Oosten zachte, natte winters en droge, warme zomers. Ook in Europa werd het klimaat zachter. Dit maakte het land geschikt voor landbouw.
Gunstige varianten van planten die geschikt waren voor consumptie werden geselecteerd, planten werden gedomesticeerd. 
2. Dieren waarop werd gejaagd waren vrijwel verdwenen. Op dat moment waren er in het Midden-Oosten wilde dieren die getemd konden worden.

Slide 5 - Diapositive

1.2 De opkomst van de landbouw.
Gevolgen landbouwrevolutie:

1. Het vee leverde op den duur meer op dan het jagen op wilde dieren (melk, wol, leer en mest). Vanaf 5000. V.C werd het vee ook gebruikt voor de bewerking van het land.
2. Door de landbouw konden er meer mensen worden gevoed. In eerste instantie was landbouw een aanvulling en moest men ook jagen en verzamelen. Later werd het noodzakelijk.
3. Door de plant en dierveredeling en de technische vooruitgang bleef de bevolking groeien.

Slide 6 - Diapositive

1.2 De opkomst van de landbouw.
De landbouwsamenleving:
Door de landbouw ontstaat er een nieuw soort samenleving. Boeren krijgen een sedentaire leefwijze. Een dorp was autarkisch (zelfvoorzienend). Boeren gaan in grotere groepen in dorpen samenleven en kunnen door hun vaste woonplaats meer bezit krijgen. Grond werd voor de boeren het belangrijkste bezit. Hierdoor ontstaan er een hiërarchie, waarin er verschil is in aanzien en macht.

Slide 7 - Diapositive

1.2 De opkomst van de landbouw.
De landbouwsamenleving:
Omdat men sedentair werd konden ze meer bezit hebben. Ze bezaten huizen, werktuigen, potten, kruiken, kleding en andere producten van nijverheid.

Er ontstaat nu sociale ongelijkheid, dit zorgt weer voor gewelddadige conflicten.

Slide 8 - Diapositive

1.2 De opkomst van de landbouw.
De landbouwsamenleving:
Door grafgiften (voedsel, werktuigen en sieraden) te bestuderen kunnen we concluderen dat men geloofde in het hiernamaals. Voorouders werden vereerd door het bouwen van grote graven zoals de hunebedden.

De mensen geloofden in goden die samenvielen met natuurverschijnselen (natuurgodsdiensten). Om hen gunstig te stemmen waren er rituelen en offers.


Meisje van Yde, gestorven tussen 54 v.C en 128 v.C. Komt dus niet uit de prehistorie. Hoogstwaarschijnlijk geofferd voor de goden.

Slide 9 - Diapositive

1.2 De opkomst van de landbouw.
Zwaarden, paarden en ziektekiemen
In zijn boek geeft de bioloog Jared Diamond antwoord op de vraag;
Waarom zijn rijkdom en macht verdeeld zoals ze nu zijn, in plaats van op een andere manier? 
Hij verklaart de dominerende positie van Eur-Azië a.d.h.v. geografie, landbouwoverschot, veeteelt en ziektekiemen.


Slide 10 - Diapositive

1.2 De opkomst van de landbouw.
Eindopdrachten 1.1
Kijk de eindopdrachten 1.1 na en verbeter waar nodig.
















Slide 11 - Diapositive

01:56
Welke verandering heeft ervoor gezorgd dat de voorwaarden er voor landbouw om te ontstaan?

Slide 12 - Question ouverte

05:54
Leg met 2 redenen uit dat graan een belangrijke plant was voor het ontstaan van landbouw.

Slide 13 - Question ouverte

06:34
Wat was het nadeel van het boerenbestaan?

Slide 14 - Question ouverte

Lees het stukje 'ontstaan van de landbouw'. Geef aan welke twee economische veranderingen plaatsvonden.

Slide 15 - Question ouverte

Lees het stukje 'Ontstaan van de landbouw'. Geef aan hoe de landbouw werd verspreid.

Slide 16 - Question ouverte

Geef aan wat kenmerkend was voor de landbouwsamenleving betreft de onderstaande onderdelen.
Door verschillen in bezit werden verschillen in aanzien en macht groter.
Sedentair
Groepen werden groter.
Boeren kregen meer bezit.
Elk dorp was zelfvoorzienend.
Conflicten
De verblijfplaats van de mensen.
sociale verschillen
de groepsgrootte
de productie van levensmiddelen.
Bezittingen van mensen.
Verschil in bezit leidde tot gewelddadige conflicten.

 

Slide 17 - Question de remorquage

Gebruik afbeeldingen 1.7 en 1.8. Beide afbeeldingen zijn bruikbaar als bron bij een onderzoek naar prehistorische landbouwsamenlevingen. Leg uit welk verschil er is in betrouwbaarheid tussen beide bronnen.

Slide 18 - Question ouverte

Lees de tekst 'De landbouwsamenleving'. Sleep de kenmerken van de landbouwsamenleving naar juist.
Juist
Onjuist
Boeren leefden met meer mensen samen dan jagers-verzamelaars.
Elk dorp zorgde voor zijn eigen spullen.
Boeren kregen minder bezit.
Er ontstonden natuurgodsdiensten met rituelen.
Verschil in bezit leidde tot gewelddadige conflicten.
Jager-verzamelaars en boeren geloofden in een hiernamaals.
Mensen gingen tijdelijk wonen in huizen.
Verschillen in aanzien en macht werden kleiner.

Slide 19 - Question de remorquage

Gebruik de tekst 'Oorzaken van de landbouwrevolutie'.
Gebruik de 6 feiten en versleep hieronder de juiste letters naar de omschrijving.

A. De bevolking groeide.
B. Dieren waarop veel werd gejaagd verdwenen.
C. Een gunstig milieu ontstond.
D. Er waren veel dieren die konden worden getemd.
E. Er was meer voedsel beschikbaar.
F. Het klimaat veranderde.
1. Een indirecte oorzaak van de landbouwrevolutie: 

2. Een directe oorzaak van de landbouwrevolutie:                    of

3. Een direct gevolg van de landbouwrevolutie:

4.  Een indirect gevolg van de landbouwrevolutie:
Blijft over
A
B
C
D
E
F

Slide 20 - Question de remorquage