H4 Getallenherhaling (par 1 t/m 3)

H4 getallen herhaling
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

H4 getallen herhaling

Slide 1 - Diapositive

Is 39 een cijfer of een getal?
A
cijfer
B
getal

Slide 2 - Quiz

wat is de waarde van 3 in het getal 13024
A
3 x 1 = 30
B
3 x 100 = 300
C
3 x 10 = 30
D
3 x 1000 = 3000

Slide 3 - Quiz

Wat is de waarde van 3 in het getal 1352
A
3 x 1 = 3
B
3 x 100 = 300
C
3 x 10 =30
D
3 x 1000 = 3000

Slide 4 - Quiz

Wat is de waarde van 3 in het getal 3400502
A
30 duizend
B
300 duizend
C
30 miljoen
D
3 miljoen

Slide 5 - Quiz

wat is de waarde van 3 in het getal 349.597.870.700
A
300 duizend
B
300 miljoen
C
300 miljard
D
300 biljard

Slide 6 - Quiz

  • Getallen kun je op een lijn plaatsen. 
  • Dat noem je een getallenlijn 
  • Door te bepalen op welke plaats een getal op de getallenlijn     staat kan je zien welk getal groter of kleiner is.
  • het linkergetal is kleiner dan het rechtergetal
  • Het rechtergetal is groter dan het linkergetal

Slide 7 - Diapositive

kleiner of groter?
Op de volgende dia mag je het zelf proberen

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Question de remorquage

het getal 7 is een
A
decimaal getal
B
geheel getal

Slide 10 - Quiz

Het getal 123,456 is een
A
decimaal getal
B
geheel getal

Slide 11 - Quiz

delers en veelvouden.
Wat is een deler van 50?
A
17
B
12
C
10
D
3

Slide 12 - Quiz

delers en veelvouden.
Wat is een veelvoud van 3?
A
17
B
12
C
10
D
8

Slide 13 - Quiz

Welke delers van 15 zijn een veelvoud van 5?
A
1 en 3
B
1 en 5
C
5 en 3
D
5 en 15

Slide 14 - Quiz

Eigenschap priemgetallen:
A
2 is een even getal, dus geen priemgetal
B
Is alleen deelbaar door 1 en door zichzelf
C
Is een veelvoud van 1
D
Is alleen deelbaar door veelvouden van 3

Slide 15 - Quiz

Priemgetallen kunnen ook decimale getallen zijn.
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quiz

Noem vijf priemgetallen
A
2, 4, 6, 8 en 10
B
1, 3, 5 ,7 en 9
C
1, 2, 3 ,5 en 7
D
2, 3, 5, 7 en 23

Slide 17 - Quiz

Schrijf met alleen cijfers:
1,9 miljard
Grote getallen
A
1,9 000 000 000
B
1,900,000,000
C
19 000 000 000
D
1 900 000 000

Slide 18 - Quiz

Grote getallen
Schrijf met alleen cijfers:
1,8 miljard
A
1 800 000
B
180 000 000 000
C
1 800 000 000
D
18 000 000 000

Slide 19 - Quiz

Schrijf met alleen cijfers:

34 miljoen
Grote getallen
A
34 000
B
340 000
C
34 000 000
D
34 000 000 000

Slide 20 - Quiz

Afronden
Als ik een getal wil afronden op 2 decimalen kijk ik naar:
A
de tweede decimaal
B
de derde decimaal
C
de tweede en derde decimaal
D
de derde en vierde decimaal

Slide 21 - Quiz

Onderstaande getallen zijn afgerond op 2 decimalen. Match het getal met de juiste afronding
16, 28
16,25
16,23
16, 275831
16,247932
16,231276

Slide 22 - Question de remorquage

3,47 afronden op een decimaal =
A
3,47
B
3,48
C
3,4
D
3,5

Slide 23 - Quiz

Afronden:
€ 4,53529 wordt ...
A
€ 4,5352
B
€ 4,54
C
€ 4,53
D
€ 4,535

Slide 24 - Quiz

3,475 afronden op een decimaal =
A
3,47
B
3,48
C
3,4
D
3,5

Slide 25 - Quiz

8,4597
Afronden op twee decimalen
Afronden op drie decimalen
Afronden op één decimaal
Afronden op gehelen
8,5
8
8,4
8,45
8,44
8,46
8,460
8,459

Slide 26 - Question de remorquage

Afronden op een duizendtal
2651 ≈
A
2000
B
3000
C
2600
D
2700

Slide 27 - Quiz

Afronden op een tiental
783 ≈
A
700
B
780
C
790
D
800

Slide 28 - Quiz

De laatste wiskunde les van het jaar!

Slide 29 - Diapositive