Klas 2 voortekens

• Muziek
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1-3

Herhaling muzikale lagen  Voortekens 

Muzikale lagen: quiz

Wat weet je nog van muzikale lagen? 

Luister het begin.

Welke 2 lagen hoor je tijdens de intro?

1. ritme en akkoorden
2. bas en ritme
3. akkoorden en bas
4. melodie en ritme

Welke laag komt erbij in het eerste couplet?

1. ritme
2. tegenmelodie
3. bas
4. melodie

Bij het refrein "I've got that sunshine in my pocket..." komt er nog een muzikale laag bij.
Welke?

1. ritme
2. tegenmelodie
3. bas
4. melodie

Een slaginstrument (djembé, koebel, tamboerijn etc), hoort bij de:

1. Melodielaag
2. Akkoordenlaag
3. Baslaag
4. Ritmelaag

Als er sprake is van een 2e melodie (bijvoorbeeld door een achtergrondkoortje) is dat de:

1. Melodielaag
2. Tegenstemmenlaag
3. Akkoordenlaag
4. Baslaag

Op een drumstel kan je een melodie spelen.

1. Waar
2. Niet waar

Bij een baslaag hoor je meestal 1 toon tegelijk:

1. Waar
2. Niet waar

Akkoorden kan je spelen op:

1. Drums
2. Harp
3. Viool
4. Saxofoon

Akkoorden

Ritme

Melodie

Bas

Toonhoogte: herhaling

Voorbeeld: fis. Speel de zwarte toets rechts boven de f

Mol: zwarte toets links boven: wordt lager (ezelsbruggetje: 3 x L)

voorbeeld: bes. Speel de zwarte toets links boven de b

Zwarte toetsen

Een zwarte toets kan dus 2 namen hebben, bijv:

• g# (gis) = zwarte toets rechts boven g
• ab (as) = zwarte toets links
  boven a

Ze klinken hetzelfde!!

Voortekens samengevat

                    Kruis        verhoogt de noot         + is (vb: fis, gis, ais)

              Mol          verlaagt de noot      + es (vb: ges, bes)
(Uitzonderingen: e en a worden es en as)

                          Herstellingsteken maakt een mol of kruis ongedaan

Op een piano zorgt een kruis of mol ervoor dat je een zwarte toets speelt.

Toevallige voortekens

Het voorteken geldt voor alle noten met dezelfde naam (letter) tot de maatstreep:

Herstellingsteken:

Heft mol of kruis op 

Als er een mol voor een noot staat, dan komt er...

1. "is" achter de oorspronkelijke notennaam
2. "es" achter de oorspronkelijke notennaam
3. "is" of een "s" achter de oorspronkelijke notennaam
4. "es" of een "s" achter de oorspronkelijke notennaam

Hoe klinkt een noot als er een kruis voor staat?

1. Even hoog
2. Hoger
3. Lager

Hoe heet deze noot?
(in letters)

Hoe heet deze noot?
(letter)

Instrumentenronde: doel

• Doel: je beheerst de basisvaardigheden op 3 categorieën instrumenten:
  

          - minimaal 1 snaarinstrument (bas, ukelele en/of gitaar)
          - toetsen (piano / keyboard)
          - drums

• Hoe: je werkt zelfstandig de aftekenlijsten (zie boekje en Teams) door. Bekijk de instructiefilmpjes op je iPad (ALTIJD met oortjes in).
  
• Wanneer: de komende periode zijn we hiermee bezig. Aan het eind van de lessenreeks moet je overal een cijfer hebben staan. 
  
• Klaar? Ga voor een moeilijker stukje (zie aftekenlijst), dan kan je cijfer omhoog!

Het totaal van de instrumentenrondes telt 3 keer mee. 

Instrumentenronde 4 - werkwijze

1. Opfrissen basgitaar + ukelele + gitaar
   
2. Ga naar Teams - aftekenlijst bas & ukelele & gitaar. Bekijk de filmpjes.
   
3. Werk in tweetallen, help en corrigeer elkaar. Zijn er te weinig instrumenten? Dan werk je samen met 1 instrument. 
   
4. Ben je klaar om voor te spelen? Zet je naam op de lijst op het bord.
   
5. In de studio? De deuren blijven open! Doe je iets wat niet de bedoeling is? Dan gaat de hele groep de studio uit.
   
6. Vragen? Stel ze eerst aan elkaar. Kom je er echt niet uit, vraag dan de juf. 
   

Huiswerk

- Theorie-opdracht 4.1 (boekje blz. 23)

- Oefenen snaarinstrumenten. Volgende les moet er minimaal 1 cijfer staan!

- oortjes voor je iPad mee

Toevallige voortekens

Een kruis, mol of herstellingsteken komt middenin een maat voor. Hij geldt voor alle zelfde noten die nog volgen in de maat, tot de maatstreep.

2 kruizen op de plek van de f en de c:

iedere f wordt fis en iedere c wordt cis

Vaste voortekens

Vaste voortekens staan vooraan de regel (bij de g-sleutel) en gelden voor het hele stuk. 
Eén kruis betekent: elke F wordt een Fis (dus ook een hogere / lagere F!)

kruis op de plek van de f: iedere f wordt fis

Welk vast voorteken zie je hier?

1. Een kruis op de hoogte van de F
2. Een kruis op de hoogte van de C
3. Een mol op de hoogte van de E
4. Een mol op de hoogte van de B

Dit betekent dat

1. Alleen de C op deze hoogte een Cis wordt
2. Elke F een Fis wordt
3. Alleen de F op deze hoogte een Fis wordt
4. Elke C een Cis wordt