4: de handel groeit weer

3.4 De handel groeit weer

1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

3.4 De handel groeit weer

Slide 1 - Diapositive

wat gaan we doen
- vragen over paragraaf 3?
- uitleg deel 1 paragraaf 4
- aan het werk
Tijd van Steden en Staten (1000-1500)
In het wit zie je een stadspoort. Ging je in de Middeleeuwen een stad binnen, dan moest je door de stadspoort. In veel steden werd een hoge en prachtig versierde kerk gebouwd. Op de achtergrond zie je de binnenkant van zo’n kerk.

Slide 2 - Diapositive

Leerdoel
    -Je kunt uitleggen waarom de landbouwproductie steeg en de handel en steden weer groeiden.
    -Je kunt de vier sociale lagen in een middeleeuwse stad noemen en twee functies van een gilde beschrijven.
    -Je kunt uitleggen dat de burgers van middeleeuwse steden machtiger werden.

Slide 3 - Diapositive

Hoe zat het ook alweer met de Middeleeuwen?
  • De tijd na het Romeinse Rijk (Oudheid) en vóór de Nieuwe Tijd.

  • Het ligt in het midden van die twee perioden: tussenperiode

  • Ongeveer tussen 500 en 1500

  • Vroege Middeleeuwen: 500-1000
  • Late Middeleeuwen: 1000-1500

Slide 4 - Diapositive

Tijd van Grieken en Romeinen
(500 v. Chr. - 500 n. Chr.)
Tijd van Monniken en Ridders
(500-1000)
(Vroege Middeleeuwen)
Tijd van Steden en Staten
(1000-1500)
(Late Middeleeuwen)
1492: Columbus 'ontdekt' Amerika
(Einde van de Middeleeuwen)
⚓️
476: Val van het West-Romeinse Rijk
(Begin van de Middeleeuwen)
🔥
Tijd van Ontdekkers en Hervormers
(1500-1600)
Tijd van Regenten en Vorsten
(1600-1700)
Tijd van Pruiken en Revoluties
(1700-1800)

Slide 5 - Diapositive

Late Middeleeuwen
  • Tijd van Steden en Staten (1000-1500)

  • Het is 'veiliger' en 'rustiger'
  • Er komt meer handel
  • Geld komt weer terug
  • Bevolking groeit
  • Er ontstaan steden
  • Macht van de steden neemt toe
  • De adel krijgt (soms) minder macht
Dit is een plattegrond van Zwolle in de Middeleeuwen

Slide 6 - Diapositive

Steden en handel
  • Tussen 500 - 1000 vrijwel iedereen boer in West-Europa
  • Rond jaar 1000 --> steden begonnen weer te groeien
  • Reden daarvoor = stijging landbouwproductie 


Slide 7 - Diapositive


Verbeteringen in de landbouw
Rond het jaar 1000


  • Drieslagstelsel
  • IJzeren ploeg
  • Halsjuk

Slide 8 - Diapositive

Drieslagstelsel
Ontginnen woeste gronden

Slide 9 - Diapositive

halsjuk
nu konden ossen en stieren gebruikt worden voor de landbouw

Slide 10 - Diapositive

Steden en handel
  • Door drieslagstelsel + ontginnen kon de oogst stijgen
  • Er was meer voedsel --> bevolking stijgen + meer voedsel over om te ruilen
  • Voedsel ruilen --> kruispunten wegen + rivieren 
  • Ook bij kloosters en kastelen 
  • Daar ontstonden dorpjes met handelaren + ambachtslieden
  • Sommige groeiden uit tot steden 

Slide 11 - Diapositive

Steden ontstaan
  • Handelaren komen vaak op dezelfde plek: om te overwinteren en hun spullen op te slaan.
  • Deze plekken liggen op een goede plek: kruispunten van wegen en/of rivieren, meestal in de buurt van een kasteel of klooster
  • Op deze plekken waren vaak al jaarmarkten
  • Langzaam ontstaan hieruit nederzettingen, die uitgroeien tot steden.
  • Stadsrecht, schout en schepenen.

Slide 12 - Diapositive


De Hanze
  • De meeste steden hadden een plein, waarop markten werden gehouden.
  • De belangrijkste markt was de jaarmarkt, die een paar weken duurde.
  • Veel handelaren reisden van jaarmarkt naar jaarmarkt.

  • Een groep steden in Europa werkte samen om meer handel te krijgen. 
  • Ze noemden hun vereniging de Hanze.
Dit is een plattegrond van Deventer, een van de Hanze-steden.

Slide 13 - Diapositive

Kaart waarop alle Hanze-steden te zien zijn. De steden van de Hanze lagen vooral in Duitsland. Hier in Nederland waren onder andere de IJsselsteden Kampen en Deventer lid van de Hanze. 

Handelaren van Hanzesteden hadden allerlei voordeeltjes als ze handelden in elkaars steden. Ze betaalden bijvoorbeeld minder tol en belasting. 

Slide 14 - Diapositive

Huiswerk
Maak paragraaf 4:  1 tot en met 6

Slide 15 - Diapositive

wat gaan we doen?
vragen bespreken 3 /4
herhalen
uitleg paragraaf 4

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

welk gevolg heeft drie slagstelsel

Slide 18 - Carte mentale

waarom is dit nodig voor de groei van de steden?

Slide 19 - Carte mentale

wat is de Hanze?

Slide 20 - Carte mentale

waarom maakt geld economie de handel makkelijker?

Slide 21 - Carte mentale

Lesdoelen
  • Je kan de 4 sociale lagen in een middeleeuwse stad benoemen
  • Je kan uitleggen wat een gilde is
  • Je kan twee functies noemen van de regels van de gildes
  • Je kan uitleggen wat stadsrechten zijn
  • Je kan de taken noemen van de schout en de schepenen

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Leven in een stad
  • Mensen die wonen in de stad: burgers
  • 4 sociale lagen:
  • 1 --> Rijke kooplieden + Meesters van een gilde
  • 2 --> Winkeliers en ambachtslieden
  • 3 --> Mensen zonder vast werk
  • 4 --> oude of zieke mensen (konden niet werken)

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

Leven in de stad
  • Mensen met hetzelfde beroep werkte samen in een gilde 
  • Je moest lid zijn van zo'n gilde om je werk te mogen doen
  • Beroep leren --> Leerling bij een meester 
  • Als je goed was --> gezel (ambachtsman in dienst van   meester) 
  • Als je meester wilde worden moest je een meesterproef     afleggen --> lid gilden --> eigen werkplaats beginnen

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Gildes maakte regels
Twee functies:
  • Economisch --> prijs + kwaliteit product
  • Sociaal --> steun bij ziekte of overlijden 

Slide 28 - Diapositive

Bestuur van de stad 
  • Eerst bestuurd door Heer
  • Heer 'verkocht' al snel stadsrechten = Het recht van de burgers van een stad om zichzelf te besturen. De burgers konden hun eigen regels en wetten maken.
  • Elke stad had eigen rechtbank --> bestond uit schout en schepenen 
  • Schout = voorzitter rechtbank. Schepenen = soort rechters 

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Controle vragen 
  • Wat zijn de vier sociale lagen?
  • Wat is een gilde? 
  • Wat zijn meesters en gezellen? 
  • Wat is de functie van de regels die de gildes maakte?
  • Wat zijn stadsrechten?
  • Wat is een schout en wat zijn schepenen?

Slide 31 - Diapositive


Werken in een gilde
  • Omdat de oogst groter wordt, hoeft niet iedereen meer boer te zijn: er ontstaan andere beroepen: ambachten
  • Mensen met hetzelfde ambacht zitten in een gilde.
  • Het gilde controleerde ook de kwaliteit van de producten en stelde de verkoopprijs vast.
  • Bij ziekte en overlijden kreeg het gezin hulp van het gilde.
De meeste gilden hadden een prachtig gildehuis. Hier werden, behalve vergaderingen, ook feesten gehouden. Heel het leven draaide om het gilde.
Voorbeelden van ambachten in een middeleeuwse stad:
- smid
- bakker
- timmerman
- meubelmaker
- brouwer
- kleermaker

Slide 32 - Diapositive

Van leerling 
tot meester
  • Je mag alleen een eigen bedrijf hebben, als je lid van een gilde bent.

  • Hiervoor moet je eerst meester worden:
  1. Je begon al erg jong als leerling;
  2. Daarna werd je gezel;
  3. En pas als je meesterproef had gedaan kon je meester worden. Je was dan vaak al ver boven de 30 jaar!
Middeleeuwse ambachtslieden aan het werk.

Slide 33 - Diapositive

Van leerling 
tot meester
  • Je mag alleen een eigen bedrijf hebben, als je lid van een gilde bent.

  • Hiervoor moet je eerst meester worden:
  1. Je begon al erg jong als leerling;
  2. Daarna werd je gezel;
  3. En pas als je meesterproef had gedaan kon je meester worden. Je was dan vaak al ver boven de 30 jaar!
Middeleeuwse ambachtslieden aan het werk.

Slide 34 - Diapositive


De Hanze
  • De meeste steden hadden een plein, waarop markten werden gehouden.
  • De belangrijkste markt was de jaarmarkt, die een paar weken duurde.
  • Veel handelaren reisden van jaarmarkt naar jaarmarkt.

  • Een groep steden in Europa werkte samen om meer handel te krijgen. 
  • Ze noemden hun vereniging de Hanze.
Dit is een plattegrond van Deventer, een van de Hanze-steden.

Slide 35 - Diapositive

Rond het jaar 1000 groeiden de oogsten snel. Welke oorzaak had dat?
A
De boeren hadden geleerd het land te bemesten.
B
De boeren lieten hun kinderen meehelpen op het land.
C
Er kwamen steeds meer boeren, omdat de mensen in steden ook moesten eten
D
De boeren gebruikten betere werktuigen.

Slide 36 - Quiz

Het gilde controleert de kwaliteit en de prijs van de producten die de gildeleden maken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 37 - Quiz

Als een gildelid ziek is, zorgen de andere leden voor hem en zijn gezin.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 38 - Quiz

Een boer is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar

Slide 39 - Quiz

Een timmerman is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar

Slide 40 - Quiz

Een marktkoopman is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar

Slide 41 - Quiz

Als je goed genoeg was, moest je de ???? afleggen. Dat was een soort examen. Als je slaagde, mocht je lid worden van het gilde.

Welk woord moet er op de vraagtekens staan?
A
gilde
B
meester
C
meesterproef
D
leerling

Slide 42 - Quiz

huiswerk
tot en met paragraaf 4 af

Slide 43 - Diapositive