Gebiedende wijs

L'impératif
Kijk!
Let op!
Luister!
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

L'impératif
Kijk!
Let op!
Luister!

Slide 1 - Diapositive

Vorm:
1. je-vorm: bij een bekende die je met jij aanspreekt
2. nous-vorm: als je er zelf ook bij hoort ("laten we...")
3. vous-vorm: als je het tegen een groep hebt óf als je het tegen iemand zegt die je met u aanspreekt

Slide 2 - Diapositive

Kijk!

regarde!
regardez!

Slide 3 - Diapositive

laten we kijken!
regardons!

Slide 4 - Diapositive

uitzonderingen:

être: sois, soyons, soyez
avoir: aie, ayons, ayez
aller: va, allons, allez

Slide 5 - Diapositive

Bevestigende zin:
Als er bij de impératif in een bevestigende zin een voornaamwoord komt, zet je het erachter. Je verbindt de impératif en het voornaamwoord met een streepje.

Tu achètes le billet? Achète-le!



Slide 6 - Diapositive

Me en te veranderen in moi en toi, omdat de klemtoon er nu op valt.

Invite-moi! Nodig me uit!
Dépêche-toi! Haast je! (wederkerend)





Slide 7 - Diapositive

Bij een impératif in een ontkennende zin staat het voornaamwoord er gewoon voor.

Ne m'invite pas! Nodig me niet uit!
Ne l'achète pas! Koop hem niet!





Slide 8 - Diapositive

écoutez!
A
1 persoon, bekende
B
1 persoon, onbekende

Slide 9 - Quiz

Regardons!
A
laten we kijken!
B
kijk!

Slide 10 - Quiz

Reserveer een plaats (tegen festivalgangers)
A
réservons une place
B
réserve une place
C
réservez une place

Slide 11 - Quiz

Wees geduldig (tegen je vriendje)
A
soyons patient
B
sois patient
C
soyez patient

Slide 12 - Quiz

3 vormen van de impératif

Slide 13 - Carte mentale

Au travail:
Chapitre 4: exercices 38A+B

Slide 14 - Diapositive