Cette leçon contient 30 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 10.2: Verteringsstelsel
Slide 1 - Diapositive
Doel 10.2
Je leert wat de functie is van de organen van je verteringsstelsel
Slide 2 - Diapositive
Verteringsstelsel
Functie:
vertering (klein maken)
opname (in je bloed)
huisvesting darmflora
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Mondholte - gebit
Nodig voor het fijnmalen van je voedsel.
Gebit is aangepast aan dieet
Fijnmalen is nodig zodat enzymen beter je voedsel kunnen afbreken.
Mechanische vertering
Slide 8 - Diapositive
Gebit - oppervlaktevergroting
Slide 9 - Diapositive
Mondholte
Speekselklieren maken speeksel (BINAS 82F):
Slijm: vergemakkelijkt het slikken
Amylase: breekt zetmeel (amylose) af
Eiwitten die veel mondbacteriën en schimmels doden
Slide 10 - Diapositive
Slikken
Strottenklepje voorkomt voedsel in je luchtpijp
Slide 11 - Diapositive
Peristaltiek
Langs de hele route (slokdarm, maag, darmen) zorgen lengte- en kring-spieren ervoor dat het voedsel de goede kant op beweegt. Ballaststoffen (voedingsvezels) helpen hierbij.
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Vidéo
Maag
Maagsapklieren maken maagsap (BINAS82F):
Zoutzuur: lage pH. Doodt bacteriën
Pesinogeen (inactief enzym), bij lage pH wordt hieruit peptase/ pepsine gevormd: enzym breekt eiwitten af tot polypeptiden (nog niet verder)
Slijm: beschermt de maagwand tegen het zuur én tegen de werking van peptase
Slide 14 - Diapositive
Exocriene klier (opening naar buiten)
Slide 15 - Diapositive
Maag
Maagportier: kringspier naar de darmen.
Sluit als de zuurgraad in de 12-vingerige darm te hoog wordt (te zuur), opent weer als de zuurgraad gedaald is: regelt op die manier dat er steeds een klein beetje voedsel de maag verlaat.
Slide 16 - Diapositive
12-vingerige darm (eerste deel dunne darm)
Afvoergang van galblaas (galbuis)
In de lever wordt gal gemaakt en dit wordt in de galblaas opgeslagen (via de galgang).
Gal emulgeert vetten
Slide 17 - Diapositive
Emulgeren
EMULGEREN IS NIET VERTEREN!!!!!!
Slide 18 - Diapositive
12-vingerige darm (eerste deel dunne darm)
Afvoergang van alvleesklier
In de alvleesklier wordt
alvleessap gemaakt:
Enzymen amylase (amylose),
tryptase (eiwitten) en lipase (vetten), HCO3-
Slide 19 - Diapositive
Dunne darm
Darmsapklieren maken darmsap:
Enzymen die koolhydraten, vetten, eiwitten, DNA en RNA afbreken.
Hierna is de vertering klaar!
Nu nog opnemen in het bloed…..
Slide 20 - Diapositive
Dunne darm
Slide 21 - Diapositive
Resorptie
Opname van voedingsstoffen en water in het bloed
Vraag: hoeveel celmembranen moet een voedingsstof passeren voordat het in het bloed komt?
Voedingsstoffen: met name in de dunne darm
Water: met name in de dikke darm
Slide 22 - Diapositive
Dikke darm
Opname van water
Woonplaats van darmflora
Bacteriën die cellulose kunnen verteren maken glucose: dit wordt ook nog in de dikke darm geresorbeerd.
Tussen dunne en dikke darm: blinde darm (bacterie-opslag) met appendix (afweer)
Slide 23 - Diapositive
Blinde darm met appendix
Slide 24 - Diapositive
Darmflora
Goede bacterien in de dikke darm.
verteren onverteerbare plantaardige stoffen
Voorkomen vestiging van slechte bacterien
Blinde darm: ' opslag ' van je darmflora
Darmflora van moeder -> kind tijdens geboorte
Slide 25 - Diapositive
Darmflora
Probiotica: voedingsmiddelen met goede bacterien die (deels) het verteringsstelsel overleven
Prebiotica: voedingsmiddelen die dienen als voedsel voor de darmflora.
Door je voeding kun je de samenstelling van je darmflora veranderen/ verbeteren.
Slide 26 - Diapositive
Endeldarm en anus
Endeldarm is de opslag van uitwerpselen, als deze vol is volgt ontlasting
Anus is de kringspier aan het einde van het darmkanaal, deze sluit de endeldarm af