poëzie les 4 GRII

timer
15:00
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

timer
15:00

Slide 1 - Diapositive

Voorkennis

Noteer zoveel mogelijk stijlfiguren en/of voorbeelden daarvan
timer
2:00

Slide 2 - Diapositive

Poëzie
Doel: ik ken een aantal vormen van beeldspraak en stijlfiguren en kan deze herkennen in een gedicht.

Slide 3 - Diapositive

Opdracht 16:

1. Verpakking ipv inhoud
2. Deel ipv geheel
3. Maker ipv product
Opdracht 17:

  • het leven is een tuinman
  • onverschillige boom
  • een bloem plooit van vrolijkheid
  • verdriet valt 
  • l, oe, o, aa, v

Slide 4 - Diapositive

Opdracht 18
1. climax
2. metonymia
3. personificatie
4. hyperbool
5. metafoor/vergelijking
6. eufemisme
7. metafoor
8. tautologie
9. personificatie
10. eufemisme
11. vergelijking
12. tautologie
13. metonymia
14. hyperbool
15. eufemisme
16. personificatie
17, vergelijking
18. metonymia
19. anticlimax 20. metafoor

Slide 5 - Diapositive

Opdracht 19
1. personificatie
2. metafoor
3. vergelijking
4. metonymia
5. personificatie
6. vergelijking
7. metonymia
8. metafoor
9. metonymia


10. metafoor
11. vergelijking
12. vergelijking
13. metonymia
14. personificatie

Slide 6 - Diapositive

Opdracht
We maken opdracht 20 en 21 samen

Maak aantekeningen


Slide 7 - Diapositive

Het huwelijk
a. gedicht, salaris en kind: zaken die een man vroeger aan een zijn vrouw gaf, nu moet zij het eten verzorgen. Het kan ook andersom!
b. alliteratie m, k, assonantie i
c. zie a

Slide 8 - Diapositive

B.o.t.
a. concreet: krant, brood, geld, vuur, speed, weed
abstract: wonder, tijd, weet, klote, donder, reet
b. speed-weed, weet-reet, eindrijm/volrijm

Slide 9 - Diapositive

Opdracht 22: Wie geeft er een paar voorbeelden?

Slide 10 - Diapositive

Opdracht
Met je groepje lees je het toegewezen gedicht. Je past de theorie toe uit de voorgaande lessen + de theorie die bij het hoofdstuk van het betreffende gedicht staat. (metrum), rijmschema’s, strofevormen,  beeldspraak, stijlfiguren en interpretatie: waar gaat het volgens jullie over?
Dit presenteer je in de les en vervolgens bespreken we het met de klas: maak aantekeningen. Maak een power point incl. tekst.

Slide 11 - Diapositive

Groepjes en uitgebreide opdracht zie bestanden in Teams van jouw klas.
Lesmateriaal-poëzie-opdracht analyse gedicht.


Slide 12 - Diapositive

Gedichten
0.Kloos (Ik ween om bloemen)
1. Gorter (Zie, ik hou van je)
2. Bloem (De Dapperstraat)
3. Nijhoff (Het kind en ik)
4.  Van Ostaijen (Marc groet ’s morgens de dingen)
5. Marsman (Herinnering aan Holland)
6. Gerhardt (de gestorvene)

Slide 13 - Diapositive

Gedichten
7. Enquist (Hoe lieflijk)
8. Andreus (Voor een dag van morgen),
9. Vasalis (De idioot in bad)
10. Rawie (Sterfbed)


Slide 14 - Diapositive

Opdracht
Tijd om alvast te starten met de opdracht/ boek te lezen/ te werken aan boekopdracht...


Slide 15 - Diapositive

Evaluatie
Welke vorm(en) van beeldspraak en stijlfiguren was/waren nieuw voor jou?

Slide 16 - Diapositive