Past continuous

the past continuous
1 / 12
suivant
Slide 1: Carte mentale
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

the past continuous

Slide 1 - Carte mentale

Les doel
Je weet wat de past continuous is, hoe je deze maakt en toepast.

Slide 2 - Diapositive

The past continous 
Je gebruikt de 'past continuous' als je wilt zeggen dat iets aan de gang was in de verleden tijd (vandaar 'continuous')
1.  Mr Uitslag was cycling on the 'John Frost Bridge' when snow started to fall. 
2.  The students of KM2E were writing down notes during English class.  

Slide 3 - Diapositive

Hoe vorm je de past continuous?
- de verleden tijd van to be : was/were
I was
you were
he/she/it was
we were
you were
they were

Slide 4 - Diapositive

Hoe vorm je de past continuous?

Na was/were krijgt het werkwoord daarna + ing.
I was working
You were drinking
He was reading
We were watching

Slide 5 - Diapositive

Past Continuous
Past tense of the verb 'to be' and verb + ing
I was playing
You were playing
He was playing
We were playing
You were playing
They were playing

Slide 6 - Diapositive

Lees onderstaande zin. Staat deze in de present continuous of in de past continuous?

My daughter was crying loudly when I came home.
A
Present continuous
B
Past continuous

Slide 7 - Quiz

wanneer gebruik je de past continuous?
A
als iets aan de gang is
B
als iets gister is gebeurd
C
als iets aan de gang was
D
als je wil zeggen wat je doet

Slide 8 - Quiz

Wat is de correcte past continuous voor in deze zin:
I ............... to repair my bike when he offered to help me. (to try)
A
trying
B
am trying
C
was trying
D
tried

Slide 9 - Quiz

PAST CONTINUOUS & PAST SIMPLE

Als ze samen in een zin staan dan:


  • geeft de Past Continuous de langer durende actie aan
  • geeft de Past Simple de korter durende actie aan



Slide 10 - Diapositive

Wat duurt langer?
    geeft de PC de langer durende actie aan
    geeft de PS de korter durende actie aan

I was walking when I dropped my marker.
Het lopen duurt langer dan het vallen van mijn markeerstift.

Slide 11 - Diapositive

Wat duurt langer?
    geeft de PC de langer durende actie aan
    geeft de PS de korter durende actie aan

When Mary called him Peter was sleeping.
Het slapen duurt langer dan het roepen.

Slide 12 - Diapositive