2H2 H6 par 1

Nieuw hoofdstuk: elektriciteit
We slaan een aantal hoofstukken over en gaan beginnen aan  hoofdstuk 6 

Wat weten jullie allemaal al over elektriciteit?                                -->

1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Nieuw hoofdstuk: elektriciteit
We slaan een aantal hoofstukken over en gaan beginnen aan  hoofdstuk 6 

Wat weten jullie allemaal al over elektriciteit?                                -->

Slide 1 - Diapositive

Elektriciteit

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Paragraaf  6.1
  • Apparaten hebben elektrische energie nodig om te werken.
  • Een spanningsbron zorgt voor die energie.
  • Voorbeelden zijn batterijen, accu's en stopcontacten.
  • Een spanningsbron heeft 2 polen + en -
  • De energie die een spanningsbron levert aan een apparaat hangt af van de spanning (U) die wordt uitgedrukt in de eenheid Volt (V). 

Slide 4 - Diapositive

Spanning (U)
Op een apparaat staat een spanning.
Dit is de 'pompkracht' wat er voor zorgt dat een apparaat werkt. Dat is dus de energie die per seconde geleverd kan worden! 




grootheid
symbool
eenheid
symbool
spanning
U
volt
V

Slide 5 - Diapositive

Spannings-bronnen hebben niet allemaal dezelfde spanning.


Slide 6 - Diapositive

Stroomsterkte
  • Stroomsterkte
Stroomsterkte (I) meet je in ampère (A).

Stroomsterkte = de hoeveelheid deeltjes die in een seconde op een bepaalde plek door de draad stromen



    Slide 7 - Diapositive

    Overzicht Spanning en Stroomsterkte
    Wordt de spanning groter (6V - > 12V) dan stromen er ook meer elektronen door het draad dus wordt de stroom(sterkte) ook groter!
    grootheid
    symbool
    eenheid
    symbool
    spanning
    U
    volt
    V
    Stroomsterkte
    I
    Ampère
    A

    Slide 8 - Diapositive

    Slide 9 - Lien

    Huiswerk volgende les:

    Maken opdrachten: 1-4-5-8-9
    Lezen paragraaf 6.1

    Slide 10 - Diapositive