Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
H4 Elektriciteit en veiligheid
§3 Weerstanden gebruiken
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
- De bouw en het uiterlijk van een weerstandje kunnen omschrijven. - De definitie van vervangingsweerstand kunnen geven. - De vervangingsweerstand bij een serieschakeling kunnen uitrekenen. - Kunnen aangeven hoe het zit met de stroomsterkte en de spanningen bij een serieschakeling. - Kunnen bepalen hoe groot de stroomsterkte door en de spanning over de onderdelen van een serieschakeling is. - Het verschil kunnen benoemen tussen vaste en variabele weerstanden. - Het kenmerk en een toepassing van de NTC en LDR kunnen noemen. - De functie van een Sensor kunnen aangeven en een voorbeeld kunnen noemen
Slide 2 - Diapositive
Weerstanden
dun laagje koolstof op een glasstaafje
hoe dunner het laagje koolstof
hoe hoger de weerstand
gekleurde ringen geven aan hoe groot de weerstand is.
Slide 3 - Diapositive
Serieschakeling
weerstanden zijn achter elkaar aangesloten, er zijn geen vertakkingen
als een lampje kapot gaat, zullen de andere lampjes niet branden.
Slide 4 - Diapositive
Vervangingsweerstand serieschakeling
1
In een serieschakeling is het handig om eerst alle weerstanden te vervangen door één weerstand.
Deze weerstand noem je de vervangingsweerstand.
Slide 5 - Diapositive
Vervangingsweerstand serieschakeling
1
2
Vervangingsweerstand
Rt=Rv=R1+R2+R3
Slide 6 - Diapositive
stroomsterkte serieschakeling
1
3
2
Slide 7 - Diapositive
Spanning in een serieschakeling
1
3
2
Slide 8 - Diapositive
Eigenschappen van een serieschakeling
Weerstanden mag je bij elkaar optellen:
Rtot = R1 + R2 + R3 + …
De stroomsterkte is overal gelijk
Itot = I1 = I2 = I3 = I4
De totale spanning is de spanning over de weerstanden samen:
Utot = U1 + U2 + U3 + …
Slide 9 - Diapositive
Welke zintuigen ken je?
Slide 10 - Carte mentale
Waarom gaat een buitenlamp aan als het donker wordt?
Slide 11 - Carte mentale
Sensoren
Sensor; deze neemt waar net als onze zintuigen.
Slide 12 - Diapositive
LDR
Dit is een lichtafhankelijke weerstand (light dependant resistor) met
het symbool:
Toepassing; sensor in buitenlamp.
Slide 13 - Diapositive
LDR
Hoe meer licht op een LDR, hoe kleiner de weerstand, des te groter de stroomsterkte.
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Vidéo
NTC
Dit is een temperatuursafhankelijke weerstand (negatieve temperatuurscoëfficiënt) met het symbool:
Toepassing; sensor in koortsthermometer.
Slide 16 - Diapositive
NTC
Hoe warmer de NTC, hoe kleiner de weerstand, des te groter de stroomsterkte.
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Vidéo
Een NTC en een LDR zijn veranderlijke weerstandjes. Hoe verandert de weerstand van een NTC als de temperatuur van de NTC stijgt? De weerstand wordt dan ................
A
hoger
B
lager
C
blijft gelijk
D
wordt nul
Slide 19 - Quiz
Een NTC en een LDR zijn veranderlijke weerstandjes. Hoe verandert de weerstand van een LDR als er meer licht op de LDR valt? De weerstand wordt dan ................
A
hoger
B
lager
C
blijft gelijk
D
wordt nul
Slide 20 - Quiz
Sleep de Sensoren op de juiste plek.
De temperatuur in de koelkast neemt toe.
Een inbreker loopt door een smalle lichtbundel
De babyfoon gaat aan als de baby huilt
Het is zo donker dat de buitenlamp aan moet gaan.
NTC
LDR
Beweging
Geluid
Slide 21 - Question de remorquage
Vraag
Bereken de vervangingsweerstand Rt of Rv
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Question ouverte
Antwoord
1: Rv = R1 + R2 + R3
2: R1=24 Ω, R2=36 Ω, R3=20 Ω
3: Rv = R1 + R2 + R3
Rv= 24 + 36 + 20 = 80
4: Rv = 80 Ω
Slide 24 - Diapositive
Vraag
Bereken de stroomsterkte I (A)
Slide 25 - Diapositive
Bereken de stroomsterkte
Slide 26 - Question ouverte
Antwoord
1: I = U/R
2: U = 12 V, Rv = 80 Ω
3: I = U/ R
I = 12 / 80
I = 0,15
4: I = 0,15 A
Slide 27 - Diapositive
Kun je?
- De bouw en het uiterlijk van een weerstandje kunnen omschrijven. - De definitie van vervangingsweerstand kunnen geven. - De vervangingsweerstand bij een serieschakeling kunnen uitrekenen. - Kunnen aangeven hoe het zit met de stroomsterkte en de spanningen bij een serieschakeling. - Kunnen bepalen hoe groot de stroomsterkte door en de spanning over de onderdelen van een serieschakeling is. - Het verschil kunnen benoemen tussen vaste en variabele weerstanden. - Het kenmerk en een toepassing van de NTC en LDR kunnen noemen. - De functie van een Sensor kunnen aangeven en een voorbeeld kunnen noemen