taal 29-9-2021 woordenschat

Is hij..?
A
vermogend
B
straatarm
1 / 11
suivant
Slide 1: Quiz
TaalBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Is hij..?
A
vermogend
B
straatarm

Slide 1 - Quiz

En hij?
A
vermogend
B
straatarm

Slide 2 - Quiz

Stel: je wint morgen de loterij en bent erg vermogend. Wat is het eerste dat je wilt kopen? (1 antwoord per tweetal)

Slide 3 - Question ouverte

Katten zijn beter dan honden
Mee eens
Niet mee eens

Slide 4 - Sondage

Slide 5 - Diapositive

De makreel:
A
een smalle langwerpige uitholling waar water door stroomt
B
Ergens negatief tegenover staan
C
Een zoutwatervis
D
Planten met stengels en sprieten die in het water groeien

Slide 6 - Quiz

Welk begrip hoort hier bij?
Als je iets niet hoort of ziet.

Slide 7 - Question ouverte

Het bedrog: iets dat niet met opzet vals of oneerlijk is.
A
klopt
B
klopt niet

Slide 8 - Quiz

Ergens de dupe van zijn:

Slide 9 - Question ouverte

Iets waarvan je denkt dat het niet goed is of niet klopt..?
A
afwijzend
B
het bedrog
C
ergens de dupe van zijn
D
dubieus

Slide 10 - Quiz

Wat vonden jullie van deze les?

Slide 11 - Carte mentale