kap 1 week 43

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Was machen wir heute?

- SO besprechen

- Lesen

- Plauderecke 

- Üben mit der Wörterliste

'haben' en 'sein'

Dat zijn de werkwoorden hebben en zijn. Deze heb je n bijna iedere zin nodig.
Zeker voor zinnen met een voltooid deelwoord.

0

0

Opdracht 4
Haben en sein (kader)
Vul de juiste vorm in het Duits in.

1. Wir _______________ eine Katze (= een kat).
2. ______________ ihr Hunger (= honger)? 
3. ___________ du die Tochter von Herrn Maier?
4. Ich _________ 14.
5. Meine Adresse _____________  Hausmannsallee 112.
6. ____________ Sie die neue Nachbarin (= buurvrouw)?
7. Die Kinder ___________ nicht gefrühstückt (= ontbeten).
8. _____________ du meine Handynummer (= telefoonnummer)?

Haben: ich

1. habe
2. hast
3. habt

Sein: du

1. bist
2. bin
3. sind
4. hast

haben: wir

1. habt
2. habe
3. haben
4. sind

sein: ihr

1. sind
2. seit
3. seid
4. ist

haben: ihr

1. haben
2. habt
3. habe
4. hast

Seite 40 

- Plauderecke C un D. Wir lesen gemeinsam.

1. samen lezen 

2. wissel van rol

3. zonder boek: eentje stelt de vraag en de ander geeft uit het hoofd antwoord

4. wissel van rol

Übung 26 en 27 Seite 31

Welke woorden horen samen?

Gebruik Wörterliste D & F in de Lernecke, Seite 38

Werken met het woorden boek

Je krijgt een woordenboek we maken samen opdracht 27

Lesen

Ga naar Duitsleren.org/lezen

zoek aan de linkerkant naar een tekst waar A1 achter staat. 

Ga nu zelfstandig aan de slag met de teksten

Als afwisseling kun je de Woordenlijsten D, F en G oefenen met slim stampen op je laptop

üben mit Wörterliste A und B

klik  hier om naar quizlet te gaan 

üben mit Wörterliste D und F

Klik hier om naar Quizlet te gaan

Was hast du heute gelernt?