H4 Les 3 Binnen de EU

De Europese Unie EU
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

De Europese Unie EU

Slide 1 - Diapositive

leerdoelen
Ik kan uitleggen wat vrij verkeer van goederen, kapitaal en mensen binnen de EU betekent
Ik kan de voor- en nadelen van vrijhandel uitleggen.

Slide 2 - Diapositive

Programma
  1. Hoe was het ook al weer... paar vragen
  2. nakijken opdrachten
  3. Beetje uitleg 
  4. Weer een paar vragen
  5. Zelfstandig aan het werk

Slide 3 - Diapositive

Een Amerikaanse toerist komt naar Amsterdam. Is er sprake van Import of Export?
A
Import
B
Export
C
Geen van beide

Slide 4 - Quiz

In een land is het nationaal 580 mld. De export bedraagt 320 mld. Hoe groot is de exportquote?
A
320 ÷ 580 = 0.55
B
320 ÷ 580 x 100 = 55%
C
580 ÷ 320 = 1,81
D
580 ÷ 320 x 100 = 181%

Slide 5 - Quiz

Wat zijn kenmerken van een land met een open economie?
A
Weinig invoer (import) en uitvoer (export) in verhouding tot de productie.
B
Veel invoer (import) en veel uitvoer (export) in verhouding tot de productie.

Slide 6 - Quiz

Wat is de betalingsbalans?
A
Het overschot aan producten dat een land verkoopt
B
Een overzicht van de waarde van internationale transacties van een land
C
Het tekort aan producten dat een land koopt
D
Een balans van een bedrijf met betalingen

Slide 7 - Quiz

Open economie
A
Als een land relatief veel handel drijft
B
Als een land relatief weinig handel drijft

Slide 8 - Quiz

Programma
  1. Hoe was het ook al weer... paar vragen
  2. Nakijken opdrachten
  3. Beetje uitleg 
  4. Weer een paar vragen
  5. Zelfstandig aan het werk

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

vervolg programma
  1. Hoe was het ook al weer... paar vragen
  2. nakijken opdrachten
  3. Beetje uitleg 
  4. Weer een paar vragen
  5. Zelfstandig aan het werk

Slide 11 - Diapositive

0

Slide 12 - Vidéo

Waarom een Europese Unie?
De oprichting van de EU had het doel om een nieuwe oorlog voorkomen, en te samenwerken op economisch gebied.

Slide 13 - Diapositive

De belangrijkste afspraak binnen de EU is vrijhandel.

Vrijhandel = dat een land kan importeren en exporteren zonder belemmeringen.

In Europa is sprake van:
  • vrij verkeer van goederen (vrijhandel)
  • vrij verkeer van diensten (vrijhandel)
  • vrij verkeer van personen (je mag in elk EU land wonen, werken en studeren)
  • vijver keer van kapitaal (je kunt geld op een rekening in een ander EU-land zetten)

Bedrijven kunnen zonder belemmeringen handelen met andere landen uit de EU. 

Kenmerken EU

Slide 14 - Diapositive

Gevolgen van vrij verkeer van goederen en diensten
  • Meer concurrentie tussen Europese bedrijven
  • Internationale handel toegenomen tussen landen uit de Europese Unie.

Is dit gunstig voor de consument?

ja, concurrentie zorgt voor betere kwaliteit, lagere prijzen en meer aanbod

Slide 15 - Diapositive

Protectiemaatregelen:
1. Invoerrechten/douanerechten/importheffingen
(maken het product uit het buitenland duurder)
2. Contingentering/importquotum
(er mag een maximum hoeveelheid worden ingevoerd)
3. Invoerverbod
(er mogen helemaal geen goederen worden ingevoerd
4. Exportsubsidie (exportproducten worden goedkoper)

Slide 16 - Diapositive

Welke protectiemaatregel herken je in deze Tweet van president Trump?


Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Kartel

Slide 19 - Diapositive

vervolg programma
  1. Hoe was het ook al weer... paar vragen
  2. nakijken opdrachten
  3. Beetje uitleg 
  4. Weer een paar vragen
  5. Zelfstandig aan het werk

Slide 20 - Diapositive

Wat zijn de gevolgen voor Nederland van vrij verkeer van goederen en diensten?
A
Meer export en import
B
Stijging van de productie
C
Stijging van de werkgelegenheid
D
A, B en C bij elkaar

Slide 21 - Quiz

Wat is een nadeel van de vrijhandel?

Slide 22 - Question ouverte

Burgers van de EU mogen vrij reizen en wonen binnen de EU?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

Door de rente te verlagen kan de ECB de economie in de eurozone stimuleren?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

Kan je als Nederlander van de een op andere dag in Frankrijk gaan wonen?
A
Ja
B
Nee

Slide 25 - Quiz

Mag je zonder toestemming producten van Nederlands naar Duitsland vervoeren?
Vraag
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quiz

Wat is een nadeel van de vrijhandel?

Slide 27 - Question ouverte

vervolg programma
  1. Hoe was het ook al weer... paar vragen
  2. nakijken opdrachten
  3. Beetje uitleg 
  4. Weer een paar vragen
  5. Zelfstandig aan het werk

Slide 28 - Diapositive

Maken 
Maken paragraaf 4.4 
blz 20 opdrachten 2 tot en met 4, 7 tot en met 11 

Slide 29 - Diapositive

Verschillen tussen EU-landen

- verschillende tarieven voor btw en vennootschapsbelasting

- verschillen in milieuregels

Hierdoor ontstaat er oneerlijke concurrentie. 

Harmonisatie

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Vidéo

Slide 32 - Vidéo