Bron D en H ch 5 2hv

Hoe maak je een zin ontkennend? Welke stappen ga je volgen?
1 / 24
suivant
Slide 1: Question ouverte
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Hoe maak je een zin ontkennend? Welke stappen ga je volgen?

Slide 1 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Zoek het onderwerp, de pv, het 2e ww (als het in de zin staat) en de rest van de zin op.
Je vais dormir dans ma chambre.

Slide 2 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Zoek het onderwerp, de pv, het 2e ww en de rest van de zin op.
Papa et maman vont partir en vacances en Italie.

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Je suis en forme. (nog niet)
De pv: suis
De ontkenning: ne/n' + pas encore

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

C'est cher. (niet)
De pv: est

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak de zin ontkennend:
Tu peux aller à la pharmacie demain. (niet meer)

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak de zin ontkennend.
Je cherche un cadeau pour mes parents. (niet)

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Grammaire H
een vraag stellen in het Frans:
- wat zijn de vraagwoorden?
- hoe maak je een vraagzin?

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stel een vraag op 2 manieren.
Il aime la pizza.

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Stel een vraag op 2 manieren.
Vous jouez à la guitare.

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

quand
comment
pourquoi
combien
qu'est-ce que
waar
waarom
wanneer
hoe
wat
hoe veel

Slide 14 - Question de remorquage

Zoek de vertaling van de vraagwoorden. Sleep de blauwe kaders op de rode.
Stel een vraag met een vraagwoord aan het begin van de zin.
Il s'appelle Pierre.

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Stel een vraag met een vraagwoord aan het einde van de zin.
Il s'appelle Pierre.

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Stel een vraag met een vraagwoord aan het begin met est-ce que.
Il s'appelle Pierre.

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Les phrases-clés
Tip: Leer ze uit jouw hoofd (ook schrijven).
Let op: welk woord zou jij kunnen veranderen in de zin?

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Traduis (vertaal) en néerlandais:
Qu'est-ce que tu as?

Slide 19 - Question ouverte

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en néerlandais:
J'ai mal à la tête

Slide 20 - Question ouverte

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en néerlandais:
j'ai 39 de fièvre

Slide 21 - Question ouverte

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en français:
ik kan niets eten

Slide 22 - Question ouverte

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en français:
ga je naar de dokter?

Slide 23 - Question ouverte

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en français:
ik heb morgen een afspraak

Slide 24 - Question ouverte

Denk je aan het lidwoord?