Blok 1 - les 1 - woorden die eindigen op -ig en -lijk

DICTEE 1
KNOEIBOEL
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

DICTEE 1
KNOEIBOEL

Slide 1 - Diapositive

KLEURKRIJT

Slide 2 - Diapositive

ROEIBOOT

Slide 3 - Diapositive

ZEILBOOT

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

MOEILIJK

Slide 6 - Diapositive

DROMERIG

Slide 7 - Diapositive

AANTREKKELIJK

Slide 8 - Diapositive

NIEUWSGIERIG

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Samengesteld woord
Bij veel samenstellingen kun je de woorden aan elkaar plakken, zoals

huis en dier = huisdier.
school en plein = schoolplein

Slide 11 - Diapositive

WELKE WOORDEN ZIJN SAMENGESTELDE WOORDEN?
samengesteld woord
geen 
samengesteld woord
kleinkind
hooiberg
treintje
gloeilamp
getal
toneel
weiland
grijze

Slide 12 - Question de remorquage

Maak de goede samenstelling. Welk woord hoort erachter?
zwaai.......
A
smeer
B
hanger
C
land
D
licht

Slide 13 - Quiz

Maak de goede samenstelling. Welk woord hoort erachter?
trein.......
A
berg
B
reis
C
land
D
honger

Slide 14 - Quiz

Maak de goede samenstelling. Welk woord hoort erachter?
kleer.......
A
berg
B
reis
C
land
D
hanger

Slide 15 - Quiz

Maak de goede samenstelling. Welk woord hoort erachter?
schoen.......
A
smeer
B
reis
C
land
D
hanger

Slide 16 - Quiz

aan het werk
Spelling werkboek
Les 1

Je mag samenwerken.

Juf legt het eerst uit.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Lien

lesdoel
Ik kan woorden met de uitgang -ig correct spellen.

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive


Maak het woord af.
Schrijf het hele woord op.

Slide 21 - Question ouverte


Maak het woord af.
De behend... Layla maakt een doelpunt.

Slide 22 - Question ouverte


Maak het woord af.
Schrijf het hele woord op.

Slide 23 - Question ouverte


Maak het woord af.
Schrijf het hele woord op.

Slide 24 - Question ouverte


Maak het woord af.
De len... Mona.

Slide 25 - Question ouverte


Maak het woord af.
Schrijf het hele woord op.

Slide 26 - Question ouverte

Schrijf een woord op dat op -lijk eindigt.

Slide 27 - Question ouverte

lesdoel
Ik kan woorden met de uitgang -lijk correct spellen.

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive


Slide 30 - Question ouverte


Slide 31 - Question ouverte

huwelijk

Slide 32 - Diapositive

schrijf op

Slide 33 - Question ouverte

werkelijk

Slide 34 - Diapositive

schrijf op

Slide 35 - Question ouverte

vreselijk

Slide 36 - Diapositive

schrijf op

Slide 37 - Question ouverte

aan het werk
SPELLING
BLOK 1, LES 1
JUF LEGT EERST UIT



Slide 38 - Diapositive