Oefentoets Grammatik Kapitel 1

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

3 havo oefentoets Grammatik 

Kapitel 1 

Grammatik A: voltooide tijd 

Grammatik B: haben/sein/werden tegenwoordige tijd

Grammatik C: getallen 

Grammatik D: tijdsbepalingen 

Voor je begint... 

Bestudeer de grammatica goed! 

Aufgabe A

Ergänze das Partizip II (= voltooid deelwoord) von den Verben. Schau dir das Beispiel an!

(sprechen) Petra hat Mike heute Morgen gesprochen.

(nehmen)
Jonathan ........ sich noch ein zweites Stück Kuchen ....................................

Vul in: heeft genomen (auf Deutsch)

(schwimmen)
Du ........... 1 Kilometer .....................?

(studieren)
Seine Schwester Nienke ...... in Dresden Medizin ...................................

(gehen)
Warum ..... ihr gestern nicht in die Schule ...................................?

(mieten)
Max und Emmy ......... ein Zimmer ...........

(wohnen)
Ich ........ ein Jahr in Münster ................

Aufgabe B

Lies die Sätze. Ergänze das Verb im Präsens (= de tegenwoordige tijd).

(haben)
Ich ................................... morgen Geburtstag.

(werden)
.............. du nächste Woche rechtzeitig da sein?

(haben)
Ihr .............. keine Zeit.

(werden)
Tom ............... seine Hausaufgaben machen.

(sein)
Ihr ............ in Urlaub gefahren.

(werden)
Wir ............. eine Präsentation vorbereiten.

Aufgabe C1

Ergänze die Zahlen als Wort.

64

17

333

98

Aufgabe C2

Schreibe die richtigen Uhrzeiten auf. 

14.45
(je mag de getallen als cijfer noteren, bijv. 3)

14.30

10.05

10.00

Aufgabe D

Übersetze die Zeitangaben ins Deutsche. 

Vul in: im, am, um, von ..... bis
Ich habe .......... 12 Uhr einen Termin.

Vul in: im, am, um, von ..... bis
Ich habe .......... November einen Termin.

Vul in: im, am, um, von ..... bis
Ich habe .......... Herbst viel Zeit.

Vul in: im, am, um, von ..... bis
Sehen wir uns wieder .......... 6. November?

Vul in: im, am, um, von ..... bis
Es gibt Weihnachtsferien ......... 24. Dezember ......... 10. Januar.

Oefentoets Grammatik 

Kapitel 1 

Grammatik A: voltooide tijd 

Grammatik B: haben/sein/werden tegenwoordige tijd

Grammatik C: getallen 

Grammatik D: tijdsbepalingen 

Dit was hem....
Kijk eens terug. Welke onderdelen gingen goed en welke onderdelen waren moeilijk? Schrijf op.

En hoe zorg je ervoor dat de moeilijke onderdelen op de echte toets beter gaan?

1. Oefenen met NaKlar Versterk jezelf
2. Oefenen door grammatica-oefeningen te zoeken via Google
3. Grammatica doorlezen en uitleggen aan een (denkbeeldige) ander
4. Anders

Tot slot: heb je nog vragen?