Delen en redactie

De tafel van 5
De deeltafel van 5
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositive de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

De tafel van 5
De deeltafel van 5

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Reken uit:
16 : 2 =

Slide 3 - Question ouverte

Reken uit:
55 : 11 =

Slide 4 - Question ouverte

Reken uit:
160 : 4 =

Slide 5 - Question ouverte

Reken uit:
150 : 30 =

Slide 6 - Question ouverte

Julian fiets naar school. Hij fietst op een dag 12 km. Op de terugweg krijgt hij na 2 km een lekke band. Hoe ver moet hij lopen?
A
4km
B
6km
C
8km
D
10 km

Slide 7 - Quiz

Sarita komt met de bus naar school. De bus vertrekt om 7:23 in Eijsden. De reis duurt 50 min. Hoe laat is Sarita op school
A
7:53
B
8:00
C
8:03
D
8:13

Slide 8 - Quiz

Kostas gaat naar Griekenland op vakantie. Hij moet eerst 14 uur rijden met de auto, daarna 2 uur met de boot en dan nog eens 8 uur rijden met de auto. Hoe lang duurt de reis?
A
14 uur
B
20 uur
C
24 uur
D
1 dag en 2 uur

Slide 9 - Quiz

Een les duurt 100 minuten. 20 procent van de les kletsen we en 10 procent van de les staat een filmpje op. Hoeveel minuten werken we wel?

Slide 10 - Question ouverte

Bayar doet push ups thuis. In de eerste serie doet hij 30 push ups, in de tweede serie nog maar de helft daarvan. Hoeveel push ups doet Bayar
A
30
B
40
C
45
D
50

Slide 11 - Quiz

Ielise woont in het Klumpke. Daar zijn 2 woongroepen. Een groep heeft 11 kinderen en een groep heeft 13 kinderen.
In het weekend zijn er van beide groepen 4 kinderen thuis.
Hoeveel kinderen zijn er wel in het Klumpke in het weekend
A
8
B
16
C
20
D
24

Slide 12 - Quiz

Shanna schreeuwt per dag 8 keer door de klas zonder haar vinger op te steken. Hoe vaak schreeuwt zij per week door de klas?
A
32x
B
40x
C
48x
D
56x

Slide 13 - Quiz

Manuel moet 11 uur nablijven. Elke dag een uur. de eerste dag is hij gekomen en daarna 3 dagen niet. Hoeveel dagen moet hij nog nablijven?
A
11 dagen
B
10 dagen
C
8 dagen
D
7 dagen

Slide 14 - Quiz