Herhaling Woordenschat H123

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Leesboek lezen

Pak je leesboek erbij

en ga lekker verder lezen!

Geen leesboek/al uit?

Nieuwsbegrip maken!

Testen!

Weet jij inmiddels het verschil tussen een vergelijking, metafoor en personificatie?

Pak je laptop erbij en log in in de LessonUp.

Wanneer gebruik je beeldspraak?

zo fris als een

1. kat
2. spin
3. hond
4. hoentje

zo slim als een

1. inktvis
2. kater
3. vos
4. hond

Wat is een metafoor?
Je mag ook een voorbeeld geven.

Leg uit wat personificatie is.

Zachtjes fluisteren de bomen haar naam.

1. vergelijking
2. metafoor
3. personificatie

Pieter is als een sluwe vos te werk gegaan.

1. vergelijking
2. metafoor
3. personificatie

Zo'n etterbak moet streng gestraft worden.

1. vergelijking
2. metafoor
3. personificatie

Annie kwam aanrijden in haar koekblik is een ....?

1. vergelijking
2. metafoor
3. personificatie

Zij is net een nachtegaal.

1. vergelijking
2. metafoor
3. personificati

De wind huilt door de bomen.

1. vergelijking
2. metafoor
3. personificatie

Hij is zo sterk als een beer = een metafoor. Juist of onjuist?

1. juist
2. onjuist

Hoe goed ken je de vaste voorzetsels al?

1. onvoldoende
2. matig
3. voldoende
4. goed

Welke zin heeft een vast voorzetsel?

1. Wij lopen naar de bus.
2. Zij gaan op vakantie.
3. Ik kijk op tegen de winter.
4. Komen zij op tijd?

Vul het vaste voorzetsel aan bij: houden...

1. met
2. in
3. van
4. op

Wat is het vaste voorzetsel van het werkwoord rekenen?

1. met
2. tegen
3. uit
4. op

Wat is het vaste voorzetsel van het werkwoord zich verbazen ....?

1. over
2. in
3. met
4. naar

Je ziet hieronder werkwoorden waar een vast voorzetsel bij hoort. Sleep het werkwoord naar het vaste voorzetsel.

op

voor

van

in

(iemand) aanspreken

betrekking hebben

commentaar hebben

aandacht hebben

zich inzetten

een zwak hebben

walgen

overtuigd zijn

geïnteresseerd zijn

bedreven zijn

Wat is het vaste voorzetsel?
Ze is gek .... jou.

1. van
2. op
3. met
4. voor

Vul aan met het vaste voorzetsel.
zeker zijn ........

1. in
2. van
3. op
4. met

Aan de slag!

               Maak de volgende opdrachten online af:

• Check of je H1 + H2 + H3 Woordenschat af hebt
• Maken Woordenschat H3 'trainen'

Klaar? Leer de woordjes van H2+H3 

(Zie woordenlijsten in Teams)

- Discussie voorbereiden!

Discussie voorbereiden

Overzicht maken:

- argumenten voor

- argumenten tegen

inclusief uitleg, voorbeelden

Bronnenlijst

Af?

Inleveren bij Teams opdrachten

Discussie

1. Iedereen in Nederland mag jaarlijks maximaal één keer demonstreren             Jort, Nova, Jacco, Claudia - vrijdag 5 november

2. Iedereen mag vanaf zijn 16e levensjaar de Tweede Kamer in (en daarmee ook stemmen) 
Sanne, Loek, Casper, Warner - vrijdag 5 november

3. Nationale feestdagen mogen geen religieuze grondslag meer hebben      Vince, Jason, Maarten - dinsdag 9 november

4. Mensen in ontwikkelingslanden helpen is goed voor ons eigen land        Milan, Luc, Kim, Hanna - maandag 15 november 

5. Jongeren leren het beste omgaan met social media wanneer hun ouders meekijken   
Kai, Sil, Denise, Isabel - dinsdag 16 november

6. Snoepreclames moeten verboden worden            Selyna, Aisha, Don, Kelwin - vrijdag 19 november

7. Vliegen binnen Europa moet verboden worden               Noah, Lieke, Mees, Anne - maandag 22 november