Les 1

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Grenzen en identiteit - 3vmbo

Programma

Binnenkomst + absentie (5 min)

Introductie (5 min)

Leerdoelen (5 min)

Uitleg (2 x 6 min)

Check (2 x 4 min)

Aan het werk (groep 1 = 15 min, groep 2 = 5 + 10 min)

Afsluiting (10 min)

Introductie

Wat zien we op de afbeelding?

Introductie

Is deze grens door mensen of door de natuur gemaakt?

Introductie

Moet je bij deze grens wel of niet je paspoort laten zien?

Introductie

Zal in dit grensgebied veel of weinig worden samengewerkt?

Leerdoelen

Aan het einde van deze les:

- Kun je het verschil uitleggen tussen een harde en een zachte grens;

- Kun je het verschil uitleggen tussen een natuurlijke en een kunstmatige grens;

- Kun je harde, zachte, natuurlijke en kunstmatige grenzen herkennen op een afbeelding en op een kaart;

- kun je uitleggen waarom zachte grenzen de samenwerking in Europa makkelijker maken en voorbeelden noemen van samenwerkingsverbanden.

Uitleg: verschillende grenzen

Er zijn verschillende soorten grenzen ->

1. Harde grens = een grens waar je alleen overheen kunt na controle van je paspoort.

2. Zachte grens = een grens waar je overheen kunt zonder dat je paspoort wordt gecontroleerd.

3. Kunstmatige grens = een grens die door mensen is gemaakt. Bijvoorbeeld een hek, muur of bord.

4. Natuurlijke grens = een grens die het gevolg is van de natuur. Bijvoorbeeld een rivier, berg, zee of woestijn tussen twee landen.

Vaak zijn grenzen een combinatie van deze 4 soorten! -> bijvoorbeeld:

- Hard + kunstmatig

- Zacht + natuurlijk

Check: hebben we het begrepen?

Hier zie je...

1. Kunstmatige grens
2. Natuurlijke grens

Hier zie je...

1. Harde grens
2. Zachte grens

Hier zie je een...

1. Harde grens
2. Zachte grens

De grens tussen Nederland en Engeland is een ...

1. Natuurlijke grens
2. Kunstmatige grens

Hier zie je een...

1. Natuurlijke grens
2. Kunstmatige grens

Hier zie je een...

1. Harde + natuurlijke grens
2. Zachte grens + natuurlijke grens
3. Harde + kunstmatige grens
4. Zachte + kunstmatige grens

Leerdoelen

Aan het einde van deze les:

- Kun je het verschil uitleggen tussen een harde en een zachte grens;

- Kun je het verschil uitleggen tussen een natuurlijke en een kunstmatige grens;

- Kun je harde, zachte, natuurlijke en kunstmatige grenzen herkennen op een afbeelding en kaart;

- kun je uitleggen waarom zachte grenzen de samenwerking in Europa makkelijker maken en voorbeelden noemen van samenwerkingsverbanden.

Uitleg: samenwerking

Nederland heeft met een aantal landen afspraken gemaakt over zachte grenzen.

Doordat er tussen Nederland en deze landen geen grenscontroles zijn wordt samenwerken makkelijker.

Nederland heeft zulke open grenzen met:

- De Euregio = gebieden in de grensstreek van NL, DLD en BE die veel met elkaar samenwerken.

- De Schengenlanden = economische samenwerking tussen een groep landen die sinds 1993 vrij verkeer hebben van mensen, goederen, diensten en kapitaal.

- De Europese Unie = een politieke en economische samenwerking van 27 Europese landen (= de Schengenlanden + en - een aantal landen). Ook hier bestaat vrij verkeer van mensen, goederen, diensten en kapitaal.

Je mag dus zonder controle de grens over (=mensen), producten in en uitvoeren (=goederen), geld op een buitenlandse rekening zetten (=kapitaal) en gaan werken (=diensten) in een ander land binnen de EU!

Check: hebben we het begrepen?

Je gaat met de auto op vakantie naar Marokko. Via Frankrijk rijden jullie eerst naar Spanje.
Moet je aan de grens met Spanje je paspoort laten zien?

1. Ja
2. Nee

Je bestelt op internet een voetbalshirtje in de webshop van Manchester United. Moet je invoerbelasting over het shirtje betalen?

1. Ja
2. Nee

Je haalt volgend jaar je diploma en hebt een leuke studie toerisme gezien.
Voor deze studie moet je een halfjaar stage lopen in Griekenland.
Mag jij een halfjaar gaan werken in Griekenland?

1. Ja
2. Nee

Je bent een echte Hollander en hebt gehoord dat de rente op een spaarrekening in Zwitserland veel hoger is dan in Nederland.
Mag je je geld op de spaarrekening in Zwitserland zetten?

1. Ja
2. Nee

Leerdoelen

Aan het einde van deze les:

- Kun je het verschil uitleggen tussen een harde en een zachte grens;

- Kun je het verschil uitleggen tussen een natuurlijke en een kunstmatige grens;

- Kun je harde, zachte, natuurlijke en kunstmatige grenzen herkennen op een afbeelding en kaart;

- kun je uitleggen waarom zachte grenzen de samenwerking in Europa makkelijker maken en voorbeelden noemen van samenwerkingsverbanden.

Aan het werk- groep 1

Wat: 

-Blz. 144 vraag 1: wat zie je

-Blz. 148 + 149 vraag 1abc + 2 + 4 + 5

Hoe: viertallen

Hulp: Tekstboek + groepsgenoten + docent

Tijd: 2 x 5 minuten (met docent en met groep)

Klaar: Beantwoord de leerdoelen

Aan het werk- groep 2

Wat: 

-Blz. 144 vraag 1: wat zie je

-Blz. 148 + 149 vraag 1abc + 2 + 4 + 5

Hoe: tweetallen

Hulp: tekstboek  + duo

Tijd: 10 minuten

2X

Nakijken - groep 1

Wat: 

-Blz. 144 vraag 1: wat zie je

-Blz. 148 + 149 vraag 1abc + 2 + 4 + 5

Hoe: in viertallen

Hulp: groepsgenoten + docent

Nakijken - groep 2

Wat: 

-Blz. 144 vraag 1: wat zie je

-Blz. 148 + 149 vraag 1abc + 2 + 4 + 5

Hoe: in tweetallen

Hulp: Nakijkboek + groepsgenoten

2X

Afronding

Wat hebben we geleerd?

Hoe hebben we meegedaan?

Huiswerk

Leerdoelen

Aan het einde van deze les:

- Kun je het verschil uitleggen tussen een harde en een zachte grens;

- Kun je het verschil uitleggen tussen een natuurlijke en een kunstmatige grens;

- Kun je harde, zachte, natuurlijke en kunstmatige grenzen herkennen op een afbeelding en kaart;

- kun je uitleggen waarom zachte grenzen de samenwerking in Europa makkelijker maken en voorbeelden noemen van samenwerkingsverbanden.

Hier zie je een...

1. Harde + natuurlijke grens
2. Zachte grens + natuurlijke grens
3. Harde + kunstmatige grens
4. Zachte + kunstmatige grens

Hier zie je een...

1. Natuurlijke grens
2. Kunstmatige grens

Stelling 1: Noorwegen is een Schengenland.
Stelling 2: Noorwegen is lid van de Europese Unie.

1. Stelling 1 is juist
2. Stelling 2 is juist
3. Beide stellingen zijn juist
4. Beide stellingen zijn onjuist

Als ik iets bestel in een webshop in Noorwegen moet ik invoerbelasting betalen.

1. Waar
2. Niet waar

Mocht er ooit een Europees leger komen dan zal Noorwegen daar soldaten aan leveren.

1. Waar
2. Niet waar

Hoe heb ik deze les meegedaan?

😒🙁😐🙂😃

Huiswerk

-Blz. 144 vraag 1: wat zie je

-Blz. 148 + 149 vraag 1abc + 2 + 4 + 5

Lezen De brug 1 (blz. 138 + 139)

Lezen 5.2 (blz. 150 + 151)