thema:ecoschepen

thema:ecoschepen
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

thema:ecoschepen

Slide 1 - Diapositive

Thema: Ecoschepen
De lessen Nederlands, zijn verdeeld in 6 onderdelen:
1. Lezen  2. Kijken en luisteren
3.gesprek 4. spreken 
5. taalverzorging 6. schrijven.
We kiezen iedere keer een thema en gaan ons er dan in 6 stappen in verdiepen, met als doel om er een geïnformeerd verslagje van te kunnen maken.

Slide 2 - Diapositive

Lezen
Artikel: Schipper naast God, moet nu toch hulp accepteren.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Lien

Slide 5 - Vidéo

Slide 6 - Vidéo

Gesprekken
Groepjes van 3 of 4
Jullie kunnen beginnen met een volledig nieuw schip.
Jullie hebben de totale vrijheid.
Hoe zou dat schip eruit zien?
Welke brandstof zouden jullie gebruiken?
Zou jullie schip efficiënt, rendabel en effectief zijn?
Maak een korte presentatie over jullie schip.

Slide 7 - Diapositive

Spreken
Geef de presentatie, per groepje.

Slide 8 - Diapositive


Kies de juiste spelling.

Het [beloven] weer een flinke uitdaging te worden.


A
belooft
B
beloofd

Slide 9 - Quiz

Welke spelling is juist?

Ik ... moe van spelling.
A
wordt
B
wort
C
word

Slide 10 - Quiz


Kies de juiste spelling.

Het is de tweede keer, dat dit [gebeuren].


A
gebeurt
B
gebeurd

Slide 11 - Quiz

Welke spelling is juist?

Volgens mij ... je broer moe van spelling.
A
word
B
wordt
C
wort

Slide 12 - Quiz

Welke spelling is juist?

... jij ook zo moe van spelling?
A
word
B
wordt
C
wort

Slide 13 - Quiz

Van een werkwoord een voltooid deelwoord maken.

Welk voltooid deelwoord is juist bij het werkwoord HEBBEN
A
gehad
B
gehebben
C
gehat
D
gehebt

Slide 14 - Quiz

Voltooid deelwoord
geen voltooid deelwoord
gelopen
geslapen
gebeuren
gedaan
doen
schrijven

Slide 15 - Question de remorquage

Een voltooid deelwoord ...
A
staat altijd aan het begin van een zin
B
staat vaak in het midden van een zin
C
staat meestal aan het eind van een zin

Slide 16 - Quiz

Engelse werkwoorden

Wat is de juiste spelling?
Op Tinder heb ik al heel wat ...
A
geswipt
B
geswipet
C
geswiped

Slide 17 - Quiz

(Engelse werkwoorden)
Hij (lunchen-vt)
A
lunchte
B
lunchde
C
lunchtte
D
lunchdde

Slide 18 - Quiz

(Engelse werkwoorden)
Hij (racen-vt)
A
racte
B
racette
C
racde
D
racete

Slide 19 - Quiz

(Engelse werkwoorden)
Hij (barbecueën-vt)
A
barbecuedde
B
barbecuede
C
barbecuete
D
barbecuette

Slide 20 - Quiz

(Engelse werkwoorden)
Wij hebben (paintballen)
A
gepaintbald
B
gepaintballd

Slide 21 - Quiz

Engelse werkwoorden
Jij (deleten-tt)
A
deletet
B
delet

Slide 22 - Quiz

Schrijven
Werk de presentatie uit in een geschreven verslag.
Opsturen naar:
llutterman@novacollege.nl

Slide 23 - Diapositive