3.1 paragraaf 3 serie- en parallelschakelingen + weerstand deel 1

paragraaf 1 en 2 weerstand
https://bijlesxtra.nl/uitlegvideo-s#natuurkunde

youtube: meneer wietsma + onderwerp
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

paragraaf 1 en 2 weerstand
https://bijlesxtra.nl/uitlegvideo-s#natuurkunde

youtube: meneer wietsma + onderwerp

Slide 1 - Diapositive

Herhaling

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Tot welke groep behoren metalen zoals koper, ijzer en aluminium?
A
Isolatoren
B
Geleiders

Slide 4 - Quiz

Tot welke groep behoren hout, rubber, lucht en kunststoffen zoals PVC?
A
Isolatoren
B
Geleiders

Slide 5 - Quiz

Door welke groep stoffen kan elektriciteit wel goed heen stromen?
A
Isolatoren
B
Geleiders

Slide 6 - Quiz

aanvullingen staan in BINAS bijv. regelbare weerstand en LED etc

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Paragraaf 3 deel 1

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Metalen geleiden de stroom goed, dit betekent dat de stroom goed door metalen heen kan. Metalen hebben dan ook een hele kleine weerstand.

Hout en plastic zijn isolatoren, dit betekent dat de stroom NIET (goed) door deze materialen heen kan stromen. Isolatoren zoals plastic en hout hebben dan ook een grote weerstand.

Slide 11 - Diapositive

Alle metalen geleiden de stroom goed en hebben dus een kleine weerstand, toch heeft koper (Cu) een nog kleinere weerstand dan ijzer (Fe). Stroom kan dus makkelijker/sneller verplaatsen door koper (Cu) dan door ijzer (Fe). zie afbeelding van de roeiers. door koper gaat makkelijker (minder weerstand) dan bij ijzer (Fe)

Slide 12 - Diapositive

weerstand
Alle apparaten (stofzuiger, koelkast, tv, lampje, etc) en materialen (koper, ijzer, hout en plastic)  om ons heen hebben weerstand.     

weerstand zegt iets over hoe makkelijk elektriciteit door een materiaal heen kan.

isolatoren hebben een grote weerstand = moeilijke doorgang of zelfs geen doorgang van stroom

geleiders hebben een kleine weerstand = makkelijke doorgang van stroom 

Slide 13 - Diapositive

Isolatoren

Slide 14 - Diapositive

Juist of onjuist:

Metalen behoren tot de geleiders en hebben dus een kleine weerstand.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Stelling:
Stoffen met een kleine weerstand laten een grote stroom door.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

Welke groep stoffen heeft een grote weerstand?
A
Isolatoren
B
Geleiders

Slide 17 - Quiz

Welke stof heeft een grote weerstand?
A
Plastic
B
Ijzer
C
Koper
D
Geen van deze stoffen

Slide 18 - Quiz

Welke stof heeft een kleine weerstand?
A
Rubber
B
Hout
C
PVC
D
Geen van deze stoffen

Slide 19 - Quiz

de wet van ohm
A.) welk symbool ken je voor de grootheid weerstand?

B.) Welke formule ken je voor het berekenen van de weerstand?

C.) Stel je wilt de weerstand van een lampje berekenen. Hoe kun je U en I bepalen? (met welke meters en hoe ziet die opstelling er dan uit?)

Slide 20 - Diapositive

Weerstand
Symbool:     R

Eenheid:      Ohm 

Pictogram:

Formule:
R = U / I

Slide 21 - Diapositive

Welke formule is juist?
A
R = U xI
B
I = U x R
C
U =I x R

Slide 22 - Quiz

Welke formule is juist?
A
R = U / I
B
I = R / U
C
U = I / R

Slide 23 - Quiz

wet van ohm basis

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

U = 4,50V
I = 0,015A
R = ? Ohm

R = U / I
R = 4,50 / 0,015 = 300 ohm

Slide 26 - Diapositive

wet van ohm grafiek uitlezen

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Lees een punt op de grafiek af ( zo ver mogelijk rechts, maar dat goed af te lezen is liefst een punt op de hokjes)

Ik kies voor punt spanning (u = 2,5 V)

U = 2,5 V
I = 0,075mA = 0,000075A
R = ? Ohm
R = U / I 
R = 2,5 / 0,000075 = 33.333,3 ohm

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

U = 230V
R = 2 kilo ohm = 2000 ohm
I = ? A —> ma

I = U / R
I = 230 / 2000 = 0,115A = 115mA

Slide 31 - Diapositive

De spanning over een lampje is 10V. De stroomsterkte door het lampje is 0,25A. Bereken de weerstand van het lampje. Alleen getal noteren.

Slide 32 - Question ouverte

Een afstandsbediening werkt op 2 batterijen. Iedere batterij levert 1,5V. De weerstand van de afstandsbediening is 30 ohm. Bereken de stroomsterkte in milliampère. Alleen getal noteren.

Slide 33 - Question ouverte

Op een bovenleiding van een trein staat 10kV. Pim verricht werkzaamheden aan de bovenleiding. De weerstand van het lichaam van Pim is 2500 OHM. Bereken de stroom in ampère die door Pim heen gaat als hij per ongeluk onder spanning zou komen te staan. Alleen getal noteren.

Slide 34 - Question ouverte

ohmse weerstand
Een ohmse weerstand is een weerstand waar de weerstand niet van veranderd.  Bij een ohmse weerstand is de weerstand constant. Een voorbeeld van een ohmse weerstand is een vaste weerstand (constantaandraad), zie afbeelding hieronder. (Een gloeilamp, NTC, PTC, variabele weerstand en LDR behoren dus NIET tot de catagorie ohmse weerstanden.) 

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Een weerstandje heeft de volgende kleurcodering:
Ring 1: blauw
Ring 2: groen
Ring 3: zwart
Ring 4: goud
(Ring 5: rood)
Hoe groot is de weerstand? Alleen getal geen eenheid

Slide 37 - Question ouverte

Een weerstandje heeft de volgende kleurcodering:
Ring 1: oranje
Ring 2: grijs
Ring 3: blauw
Ring 4: bruin
(Ring 5: zilver)
Hoe groot is de weerstand? Alleen getal geen eenheid

Slide 38 - Question ouverte

Een weerstandje heeft de volgende kleurcodering:
Ring 1: groen
Ring 2: zwart
Ring 3: bruin
(Ring 4: goud)
Hoe groot is de weerstand? Alleen getal geen eenheid

Slide 39 - Question ouverte

Een weerstandje heeft de volgende kleurcodering:
Ring 1: bruin
Ring 2: violet
Ring 3: geel
(Ring 4: zilver)
Hoe groot is de weerstand? Alleen getal geen eenheid

Slide 40 - Question ouverte