juni 2021

donderdag 19 augustus

1.Herhalen thema Kleding 
2. Werken met Taal Compleet
en Beter Lezen

3.Jeugdjournaal 
4.Schrijfoefening/Schrijven in Nederland
1. Werken in Disk/ Taal Compleet

2.Lees mee voor groep B

3.Jeugdjournaal

4. Schrijfoefening
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

donderdag 19 augustus

1.Herhalen thema Kleding 
2. Werken met Taal Compleet
en Beter Lezen

3.Jeugdjournaal 
4.Schrijfoefening/Schrijven in Nederland
1. Werken in Disk/ Taal Compleet

2.Lees mee voor groep B

3.Jeugdjournaal

4. Schrijfoefening

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

het overhemd
de stropdas

Slide 3 - Diapositive

de jurk
de rok

Slide 4 - Diapositive

het kostuum
het pak
het vest

Slide 5 - Diapositive

de trui
de blouse

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Lien

het overhemd is te klein
de schoenen zijn te groot

Slide 8 - Diapositive

de laarzen zijn bruin
de bruine laarzen
de ketting is duur
de dure ketting

Slide 9 - Diapositive

de ring
Zij draagt een ring
de riem
De broek heeft een riem.

Slide 10 - Diapositive

de zwembroek 
het zwempak

Slide 11 - Diapositive

de sandaal
Ik draag bruine sandalen
de bikini
Zij heeft een bikini aan 

Slide 12 - Diapositive

De veter is los
De laars
Hij draagt laarzen in de regen

Slide 13 - Diapositive

Wat moet ik aan?
het past goed                                              het jeukt
het past niet goed                                     het is stom
het is te klein
het zit niet lekker/fijn
het zit te strak
het is te groot
het is niet leuk

Slide 14 - Diapositive

Wat draag je?
Ik draag een gestreept T-shirt
Ik draag een gouden ketting
Ik draag een wijde rok
ik draag een bruine riem
ik draag een witte blouse 

Slide 15 - Diapositive

Wat heb je aan?
Ik heb een grijs vest aan.
Ik heb roze handschoenen aan.
Ik heb een blauwe pet op. 
Ik heb een groene hoed op. 

Slide 16 - Diapositive

aantrekken /uittrekken
Ik trek mijn jas uit
hij trekt zijn vest aan.
ik trek mijn sokken aan
zij trekt haar handschoenen uit. 

Slide 17 - Diapositive

0

Slide 18 - Vidéo

goed/fout
  1. De broek koopt 50 euro.
  2. Ik heb het warm , ik doe mijn jas uit.
  3. De trui is te groot, hij past goed.
  4. Zij gaat slapen, ze doet haar kleren aan.
  5. Ik ga sporten, ik doe sportkleding aan.
  6. Ik koop melk bij de kledingwinkel
  7. Ik ben klein ik heb maat XXL.



Slide 19 - Diapositive

ui
de duik
de uil
het kuiken
de duif
de duim
ik huil


ij
fijn
blij
zijn
mijn
konijn
ijs

Slide 20 - Diapositive


A
de kleding
B
de maat
C
de markt
D
de stof

Slide 21 - Quiz


A
de naald
B
de schaar
C
de stof
D
de wol

Slide 22 - Quiz


A
de knoop
B
de tris
C
de rits
D
de tris

Slide 23 - Quiz


A
het horloog
B
de horlogee
C
de horloge
D
het horloge

Slide 24 - Quiz


A
De laarsen zijn rood.
B
De laarsen zijn groot.
C
De laarzen zijn rood.
D
De laarzen zijn klein.

Slide 25 - Quiz


A
De man trekt zijn jas uit.
B
De man trekt zijn jas aan.
C
De man doet zijn jas.
D
De man pakt zijn jas uit.

Slide 26 - Quiz


A
Het meisje draagt een bikini.
B
Het meisje draagt een zwembroek
C
Het meisje trekt een zwempak.
D
Het meisje draagt een badpak.

Slide 27 - Quiz


A
De veter is vast
B
Mijn veter is los.
C
De schoen is los
D
Mijn schoen is vast.

Slide 28 - Quiz

afspreken
een afspraak maken
kwetsen = pijn doen

Slide 29 - Diapositive

iemand vertrouwen = zeker weten dat iemand doet wat hij zegt

kritisch blijven = goed kijken en opletten

Slide 30 - Diapositive

accepteren = aannemen
de toestemming  = goedkeuring /iets goed vinden

Slide 31 - Diapositive

achteloos = 
zonder nadenken
onder de indruk zijn (impressed)= je vindt iets heel goed

Slide 32 - Diapositive


A
onder de indruk
B
achteloos
C
accepteren
D
toestemming

Slide 33 - Quiz

Ik vind het goed, ik geef mijn ..
A
acceptatie
B
vertrouwen
C
toestemming
D
afspraak

Slide 34 - Quiz

Als je dat doet ... je mij, ik vind dat heel erg.
A
accepteer
B
kritisch
C
vertrouw
D
kwets

Slide 35 - Quiz

Als je via internet iets koopt, moet je ....
zijn
A
kritisch
B
vertrouwen
C
onder de indruk
D
accepteren

Slide 36 - Quiz

Heb je dat zelf gemaakt?
Ik ben ...

A
kritsch
B
onder de indruk
C
kwetsen
D
achteloos

Slide 37 - Quiz