Activiteiten les 1

Les 1 : voorbereiden van een activiteit
Lesdoelen: 
Je leert activiteiten gericht op verschillende doelgroepen voor te bereiden en uit te voeren.

Je behandelt de theorie van thema 10 uit het boek ‘Helpende zorg en Welzijn’ en bereid je voor op het tentamen.
  • Aanwezigheid
  • Opdracht P2K1W3: assisteert bij recreatieve en sociale activiteiten 



1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
ActiviteitenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Les 1 : voorbereiden van een activiteit
Lesdoelen: 
Je leert activiteiten gericht op verschillende doelgroepen voor te bereiden en uit te voeren.

Je behandelt de theorie van thema 10 uit het boek ‘Helpende zorg en Welzijn’ en bereid je voor op het tentamen.
  • Aanwezigheid
  • Opdracht P2K1W3: assisteert bij recreatieve en sociale activiteiten 



Slide 1 - Diapositive

Waar denk je aan bij het woord 'Activiteiten'?

Slide 2 - Carte mentale

Met welk doel worden activiteiten uitgevoerd?

Slide 3 - Carte mentale

Welke activiteit voer je zelf graag uit (in je vrije tijd?)

Slide 4 - Question ouverte

Welke verschillende soorten activiteiten zijn er?

Slide 5 - Carte mentale

creatieve activiteit
educatieve activiteit
een sociale activiteit
recreatieve activiteit
sportieve activiteit
de krant voorlezen
Een high tea verzorgen
Een rondje op de duofiets
Bloemschikken
een handmassage geven

Slide 6 - Question de remorquage

Bereid je zelf wel eens een activiteit voor?
A
ja, op mijn werk
B
ja, voor familie/vrienden
C
nee, maar ik doe wel (vaak) mee aan activiteiten
D
nee, en ik neem ook nooit deel aan activiteiten

Slide 7 - Quiz

Opdracht 1: Werken uit het boek
Je leest en maakt thema 10 hoofdstuk 27 
 uit het boek 'Helpende Zorg en Welzijn'.

Theorieboek: blz 326 t/m334
Werkboek/online blz 431 t/m 433

Je krijgt hier in de les 30 minuten de tijd voor. Als je het niet af krijgt, wordt dit huiswerk voor volgende week.

Slide 8 - Diapositive

Opdracht 2: Plak em in elkaar



Je ontwikkelt een personage. DIt personage moet iemand zijn die komt uit de doelgroep waar je als helpende mee aan het werk zou kunnen gaan .
Je tekent/ plakt dit personage op een A3.



Je geeft eerst antwoord op de vragen op de volgende dia, hierna ga je je personage vorm geven. Wanneer de personages klaar zijn, presenteren we deze aan elkaar.






























Slide 9 - Diapositive

Hoe oud is mijn personage? (leeftijd moet binnen de doelgroep vallen waar je mee zouden kunnen werken als helpende)
Hoe heet mijn personage?
Wat voor familie heeft mijn personage?
Wat zijn de hobby’s van mijn personage?
Wat is zijn lievelingskleur?
Wat is zijn lievelingseten?
Wat is zijn woonsituatie?
Wat zijn de wensen van mijn personage?
Wat zou mijn personage graag bereiken?
Hoe ziet mijn personage er uit? (kleding, uiterlijke kenmerken)
Wat zijn de 3 belangrijkste karaktereigenschappen van mijn personage?
Heeft mijn personage lichamelijke of geestelijke beperkingen?

Slide 10 - Diapositive

Opdracht 3: speciaal voor jou



De personages worden in de groepjes doorgeschoven. Elk groepje krijgt dus een ander personage dan hij zelf heeft gemaakt.

Hierna ga je naar pagina 447 uit het werkboek. Hier staat een activiteitenschema.
Je bereidt activiteiten voor het personage wat je hebt gekregen.
Je bedenkt een sportieve activiteit, een creatieve activiteit, een sociale activiteit, een recreatieve activiteit en een educatieve activiteit.
Deze activiteiten weken zij uit in het activiteitenschema op pagina 447.
Een van deze activiteiten ga je in de klas uitvoeren.
 









Slide 11 - Diapositive