1HV - par. 1.2 Saul en David

• Godsdienst
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Hij was de laatste rechter, daarna kwam er een koning.

1. Samuël
2. Saul
3. Jozua
4. David

Samuel waarschuwt voor slechte koningen. Wat hoort er NIET bij?

1. dwangarbeid
2. belastingen
3. afpersing
4. slavernij

Hoe wist Samuel dat Saul koning moest worden?

1. hij zag dat Saul een goede leider was
2. hij zag dat Saul heel groot en sterk was
3. God zei het tegen hem
4. Saul wilde het graag

Naam van het volk waar Saul koning over werd

1. Hebreeën
2. Israël
3. Joden
4. Arabieren

Een bedreigd stadje dat door Saul bevrijd werd

1. Silo
2. Jeruzalem
3. Sion
4. Jabes

Saul werd helaas een slechte koning. wat hoort er NIET bij?

1. hij ging steeds meer zijn eigen gang
2. hij luisterde niet naar God
3. hij hield zich niet aan de wet
4. hij wilde niet dat zijn zoon koning werd

Als straf voor Saul's gedrag wordt niet zijn zoon koning, maar wie dan wel?

1. David
2. Goliath
3. Samuël
4. Salomo

Lees 1 Samuël 13
Hoe oud was Saul toen hij koning werd?

1. 12
2. 16
3. 25
4. 30

Lees 1 Samuël 13
Waarom werd Samuël zo boos op Saul

1. Hij had stiekem geofferd
2. Saul had het verkeerde beest gebruikt om te offeren
3. Hij had moeten wachten met offeren op Samuël
4. Hij had gegeten van het offervlees

Wie vertrouwde David voor de overwinning op Goliath?

1. Op zichzelf
2. Op God
3. Op zijn wapens
4. Op het leger