B2 Voelen, ruiken en proeven

Hoe noem je invloeden vanuit de omgeving?
1 / 37
suivant
Slide 1: Question ouverte
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Hoe noem je invloeden vanuit de omgeving?

Slide 1 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarin worden deze prikkels omgezet in de zintuigcellen?

Slide 2 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De functie van zintuigen is ......
A
Prikkels opvangen en impulsen maken
B
Impulsen opvangen en prikkels maken
C
Prikkels en impulsen maken
D
Prikkels en impulsen opvangen

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een adequate prikkel is:
A
Een prikkel onder de drempelwaarde.
B
Een prikkel boven de drempelwaarde.
C
Een prikkel ongeschikt voor het zintuig.
D
Een prikkel geschikt voor het zintuig.

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer je langs een patatkraam loopt, en je ruikt het, dan heb je zin om patat te halen. Wanneer zal je dat daadwerkelijk gaan doen?
A
Wanneer de motivatie hoog is
B
Wanneer de drempelwaarde hoog is
C
Wanneer de drempelwaarde boven de motivatie uit komt
D
Wanneer de motivatie boven de drempelwaarde uit komt

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een kattenoog heeft voor licht een:
A
Lagere drempelwaarde dan een mensenoog.
B
Hogere drempelwaarde dan een mensenoog.
C
Gelijke drempelwaarde als een mensenoog.

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurt er met de drempelwaarde bij gewenning?
A
Die blijft gelijk
B
Die wordt hoger
C
Die wordt lager
D
Die verdwijnt

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

B2: Voelen, ruiken en proeven
Leerdoelen
  • Ik kan de bouw en functies van de huid beschrijven 
  • Ik kan benoemen hoe je verschillende geuren ruikt 
  • Ik kan benoemen hoe je verschillende smaken proeft

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

B2: Voelen, ruiken en proeven
In de huid liggen meerdere zintuigen waar je mee kunt voelen
De huid bestaat uit de opperhuid en de lederhuid

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

B2: Voelen, ruiken en proeven
Opperhuid bestaat uit
  • hoornlaag: resten van dode cellen, bescherming
  • kiemlaag: levende cellen die opschuiven naar buiten en verhoornen 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Een donkere huid maakt veel pigment.

Een lichte huid maakt weinig pigment.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

B2: Voelen, ruiken en proeven
In de lederhuid liggen:
  • haarzakjes
  • zintuigen
  • bloedvaten
  • zweetklieren
Onder lederhuid: onderhuids bindweefsel met vetcellen

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Brandwonden
1e graads: rode huid

2e graads: rode huid en blaren

3e graads: huid is witgeel of bruinzwart
Altijd: Koelen!!!!

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

B2: Voelen, ruiken en proeven
Brandwonden
De opperhuid kan wel herstellen, de lederhuid niet

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

B2: Voelen, ruiken en proeven
Ruiken
  • Reukzintuigcellen liggen in het neusslijmvlies
  • Er zijn verschillende typen - allemaal gevoelig voor een andere geurstof

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Neus
Reukzintuig  = zintuigcellen
Ruiken met neus + mond

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

B2: Voelen, ruiken en proeven
Proeven
  • Smaakzintuigcellen kunnen 5 verschillende smaken onderscheiden

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

B2: Voelen, ruiken en proeven
Leerdoelen
  • Ik kan de bouw en functies van de huid beschrijven 
  • Ik kan benoemen hoe je verschillende geuren ruikt 
  • Ik kan benoemen hoe je verschillende smaken proeft


Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Verbind de juiste namen bij de onderdelen van de huid.
Lederhuid
Opperhuid
Hoornlaag
Kiemlaag

Slide 24 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat ligt er dieper in de huid?
A
Tastzintuigen
B
Drukzintuigen

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke vijf smaken zijn er?

Slide 26 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarnemen=reageren op prikkels. 
Koppel de prikkels aan het juiste zintuig
Lichtzintuig
Reukzintuig
Smaakzintuig
Gehoorzintuig
Licht
Geur
Geluid
Stoffen in voedsel

Slide 27 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Goed
Fout
Met één smaakzintuig kun je alle soorten smaken herkennen. 
Bij proeven werken geur- en smaakzintuig samen.
Smaakstoffen prikkelen de hersenen. 

Slide 28 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Je huid blijft soepel door..
A
vet
B
talg
C
creme
D
olie

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarvoor dient het opgeslagen vet in de onderste laag; het onderhuidse bindweefsel?
A
Beschermt de zenuwen
B
Voorziet je huid van stoffen
C
Isoleert je tegen de kou

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke huidlaag is beschadigd bij een eerstegraads brandwond?
A
Opperhuid
B
Lederhuid
C
Onderhuids bindweefsel

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke huidlaag komen de meeste zintuigen voor?
A
lederhuid
B
kiemlaag
C
hoornlaag
D
onderhuids bindweefsel

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Doordat de bovenste laag van je huid zich snel vernieuwt, kunnen wondjes snel dichtgroeien. Huidschilfers vallen af van de
A
hoornlaag
B
kiemlaag

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leg uit waarom je een brandwond moet afdekken met plasticfolie, steriel verband of een schone doek

Slide 34 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Geluid
Licht
Geurstoffen
Smaakstoffen
Aanraking
Oor
Huid
Tong
Neus
Oog
Sleep de prikkel naar de juiste zintuigen.

Slide 35 - Question de remorquage

Weten jullie nog wat een prikkel was? Dit is iets waar je zintuigen op reageren. Welke prikkel hoort bij welke zintuigen?
de tastzin
de reuk
het zicht
de zintuigen
het gehoor
de smaak

Slide 36 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Een vlieg loopt over je wang
In de winter krijg je koude handen op de fiets
Je staat onder de warme douche
Je voelt dat je schoenen knellen
Tast zintuigen
Koudezintuigen
Warmte zintuigen
Druk zintuigen

Slide 37 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions