Spieren klas 1

Begin opdracht, denk rustig na over de onderstaande vragen.  

- Welke spier is het sterkst?
- Wat is er zo bijzonder aan de tong?
- Welke spier werkt als een malle?
***
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Begin opdracht, denk rustig na over de onderstaande vragen.  

- Welke spier is het sterkst?
- Wat is er zo bijzonder aan de tong?
- Welke spier werkt als een malle?
***

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning
Namen/absenten
Uitleg over spieren
Gebit
Aan de slag


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De vorige keer
-Vingers knakken
-Gewrichten

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spieren 

Slide 4 - Diapositive

Het skelet maakt beweging mogelijk. Daarvoor zijn ook spieren nodig. Spieren zitten aan je botten vast. Spieren en skelet zorgen samen voor bewegingen. Alle spieren samen vormen het spierstelsel. 

Slide 5 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je een spier samentrekt, wordt de spier....
A
korter en dikker
B
langer en dunner
C
korter en dunner
D
langer en dikker

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kunnen spieren zonder het skelet?

Kan het skelet zonder spieren?
A
ja, ja
B
,ja, nee
C
nee, ja
D
nee, nee

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Spieren
  • Aan je botten zitten spieren. Hierdoor kan je bewegen.
  • Al deze spieren samen noem je het spierstelsel.
  • Je lichaam heeft nog meer spieren, deze spieren zitten in je organen zoals je maag en hart.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar zitten al je spieren?
  • spieren zitten onder je huid
  • zitten aan de botten vast zodat je ze kunt bewegen
  • spieren zitten in organen (maag, darmen)
  • je hart is een spier
  • aan elk haartje zit een spiertje




Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het hart is een spier
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kippenvel ontstaat door spieren. Wat klopt over deze spieren?
A
De spieren zitten vast aan botten
B
De spieren bevinden zich in de huid
C
Het komt zowel voor dat deze spieren aan botten als aan de huid vast zitten

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doe je met je spieren?
  • Bewegen van je lichaam 
  • Bijvoorbeeld: lachen, praten, lopen, buigen en strekken
  • Buigpieren en strekspieren 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

antagonisten
Buig- en strekspier 

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Als spier 2 korter en dikker wordt, wordt spier 4...
A
Korter en dikker
B
Langer en dunner
C
Korter en dunner
D
Langer en dikker

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet spier 1?
Hoe heet spier 2?
A
Nr 1: armbuigspier Nr 2: armstrekspier
B
Nr 1=armstrekspier Nr 2=armbuigspier

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag!
Wat:
Nakijken BS 3 + lezen BS 4 blz. 28 + maken opdracht 1 t/m 7. 
Hoe:
Boek 1b
Uitkomst:
Je hebt deze les alles nagekeken + BS 4 over spieren gemaakt.
Klaar?
Let Op! Ga verder met BS 6. 
Aan de slag!
timer
10:00

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afsluiting
Vragen en/of opmerkingen :)
Huiswerk: Leren BS 3 en 4.

***

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions