Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Hartinfarct, hartfalen en een hoge bloeddruk
Leerpad 5 ziekten van het circulatiestelsel
Slide 1 - Diapositive
play.kahoot.it
Slide 2 - Lien
Hartinfarct
Een hartinfarct (myocardinfarct) ontstaat wanneer er door een plotselinge afsluiting van de kransslagader(s) een deel van de hartspier geen zuurstof meer krijgt en niet meer goed kan samentrekken.
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
slagader verkalking
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
In welk gedeelte van het hart is de wand het dikst?
A
Linkerboezem
B
Linkerkamer
C
Rechterboezem
D
Rechterkamer
Slide 7 - Quiz
In welke ruimte ligt de sinusknoop?
A
In het linker atrium
B
In de linker ventrikel
C
In het rechter atrium
D
In de rechter ventrikel
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Diapositive
Oorzaken
roken
stress
overgewicht
hoge bloeddruk
hoog cholesterol
diabetes
Een hartinfarct wordt veroorzaakt door het dichtslibben (atherosclerose) van de kransslagader, waardoor zuurstoftekort optreedt in de hartspier.
Slide 10 - Diapositive
Symptomen
drukkende pijn op de borst (‘bandgevoel’), uitstralende pijn naar arm(en), schouderbladen en/of kaak, langer dan een halfuur
transpireren, misselijkheid, braken
onrustig gevoel of angst
geen reactie op nitraten (bloedvat verwijder)
vaak voorafgaand aan het hartinfarct last van vermoeidheid en neerslachtigheid
Slide 11 - Diapositive
Klachten bij mannen en vrouwen
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Vidéo
Voor welke letters staan de afkorting ECG
Slide 14 - Question ouverte
Wat is het doel van de elektroden die worden aangebracht om een ecg te maken?
A
Elektrische signalen opvangen van het hart
B
Elektrische prikkels geven aan het hart
C
Beide
Slide 15 - Quiz
Diagnose
ECG
Slide 16 - Diapositive
Dotteren/stent
Slide 17 - Diapositive
Doel medicijnen
het bloed minder snel te laten samenklonteren
de vorming van bloedstolsels tegen te gaan (antistollingsmiddelen);
de bloeddruk te verlagen (erectieproblemen);
het hartritme te verlagen of te regelen;
het cholesterolgehalte van het bloed te verlagen
Therapietrouw
Slide 18 - Diapositive
Taken verzorgende IG:
Observeren van herhaling van klachten (Let hierbij op uiting van pijn-op-de-borst-klachten, pijn tussen de schouderbladen, krampgevoel in de kaak en pijnlijk gevoel in de arm(en)).
Observatie en begeleiding van het algeheel welbevinden van de zorgvrager.
Observatie of de zorgvrager zich houdt aan de leefregels die voor hem gelden.
Slide 19 - Diapositive
Hoe noemen we het als een kransslagader in het hart verstopt raakt?
A
hartfalen
B
hartbloeding
C
hartinfarct
D
hartkramp
Slide 20 - Quiz
Welke structuur sterft door zuurstofgebrek bij een hartinfarct?
A
kransslagader
B
hartkleppen
C
myocard
D
rode bloedcellen
Slide 21 - Quiz
moe
pijn linker arm
drukken-de pijn
duizelig
pijn kaak
vage pijn
Slide 22 - Question de remorquage
het openmaken van een bloedvat met een ballonnetje noemen we:
A
bloedverdunnen
B
bypass
C
dotteren
D
preventie
Slide 23 - Quiz
Hartfalen
Verstoorde pompfunctie van het hart (decompensatio cordis)
Slide 24 - Diapositive
Klachten
kortademigheid bij inspanning (Dyspnoe d'effort) en later ook in rust (Dyspnoe de repos) doordat het lichaam te weinig zuurstof rond pompt
vochtophoping door verminderde pompfunctie. Dit kan leiden tot oedeem laag in de benen dat zich langzaam uitbreidt tot in de rest van de benen en lichaam.
vermoeidheid
hoesten door vochtophoping in de longen
benauwdheid bij liggen door vochtophoping in de longen
Slide 25 - Diapositive
Cyanose
Slide 26 - Diapositive
Hypertensie
De bloeddruk is de druk van het bloed op de bloedvatwand.
Systole - diastole
RR: 140/90 (Riva-Rocci)
In de meeste gevallen (85%) wordt geen oorzaak gevonden voor hypertensie.
Slide 27 - Diapositive
Tijdens welke fase pompt het hart bloed in de slagaders?
A
Tijdens de systole
B
Tijdens de diastole
C
Zowel tijdens de systole als diastole
D
Dat is verschillend per harthelft
Slide 28 - Quiz
Gevolgen
Hartinfarct of beroerte: de hoge druk kan de wanden van je bloedvaten beschadigen. Er kunnen zich stofjes, zoals cholesterol ophopen. Je bloedvaten worden nauwer, en de kans op een hartinfarct of beroerte neemt toe.
Hartfalen: Bij een hoge bloeddruk moet het hart ook steeds harder werken om het bloed rond te pompen. Je hartspier wordt dan dikker en stijver. De pompkracht neemt af en er kan hartfalen ontstaan.
Schade aan andere organen: ook je ogen en nieren kunnen bijvoorbeeld schade oplopen.