Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 7 vidéos.
La durée de la leçon est: 90 min
Éléments de cette leçon
Module muziek (periode 2)
les 1
Mevrouw van der Windt
Slide 1 - Diapositive
Deze periode gaan we in de modulelessen muziek aan de slag met:
(leren) kennen van muziekinstrumenten, zang, ritme, noten lezen, het herkennen van verschillende muziekgenres, boomwhackers en kerst.
,
Slide 2 - Diapositive
Wat wil jij zelf graag leren in deze module?
Slide 3 - Question ouverte
Aan het eind van deze les:
Ken je de namen van verschillende muziekinstrumenten
Kun je verschillende blaasinstrumenten, snaarinstrumenten, en slaginstrumenten noemen.
Heb je muziek gemaakt met je lijf als instrument.
Slide 4 - Diapositive
play.kahoot.it
Slide 5 - Lien
Verschillende instrumenten: blaasinstrumenten
Blaasinstrumenten zijn muziekinstrumenten die door blazen een geluid voortbrengen. Voorbeelden van blaasinstrumenten zijn: fluit, saxofoon, trompet, hoorn, trombone.
Je kunt blaasinstrumenten verdelen in houtblazers en koperblazers.
Bij de fluit komt het geluid uit de gaten die in het instrument zijn gemaakt. Bij een trompet komt het geluid uit de hoorn. Je kunt verschillende tonen maken door de gaten op het instrument dicht te drukken met je vingers, of de kleppen op het instrument in te drukken.
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Vidéo
Verschillende instrumenten: snaarinstrumenten
Een snaarinstrument is een muziekinstrument waarbij het geluid veroorzaakt wordt door het trillen van snaren. Snaarinstrumenten kunnen verdeeld worden in drie groepen: strijkinstrumenten, tokkelinstrumenten en snaarinstrumenten met een klavier.
Voorbeelden van strijkinstrumenten: viool, cello
Voorbeelden van tokkelinstrumenten: gitaar, basgitaar, harp
Voorbeeld van snaarinstrument met een klavier: piano
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Verschillende instrumenten: slaginstrumenten
Een slaginstrument of percussie-instrument is een instrument waar je door er op te slaan of te schrapen (vegen) met een klopper klanken mee kunt maken. Een voorbeeld van een slaginstrument is het drumstel.
De percussiegroep (het slagwerk) van een orkest bevat meestal instrumenten zoals de pauken, snaredrum, basdrum of grote trom, cimbalen, triangel en tamboerijn. Percussie technieken kunnen zelfs op het menselijk lichaam zelf worden gedaan, zoals bij 'body percussion'.
Percussie-instrumenten worden meestal in twee klassen onderverdeeld: percussie- instrumenten waarmee je een melodie (bijvoorbeeld een toonladder) kunt spelen zoals een xylofoon en percussie- instrumenten waarmee je géén melodie kunt spelen, die dus enkel een noot of geluiden met een onbepaalde toonhoogte produceren. Dat zijn de meeste slaginstrumenten.
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Vidéo
Welk instrument zou jij graag willen spelen?
Waarom?
Slide 12 - Diapositive
play.kahoot.it
Slide 13 - Lien
Slide 14 - Vidéo
Slide 15 - Vidéo
Slide 16 - Vidéo
Vooruitblik
Zelf muziek maken met boomwhackers!
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Vidéo
Vooruitblik
Kerst!
Welke nummers zou je graag willen oefenen/leren enz?
Slide 19 - Diapositive
Welke nummers zou je graag willen oefenen?
Slide 20 - Question ouverte
Maar eerst nog even zingen.....
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Vidéo
In de volgende les:
Ga je leren welke verschillende muziekgenres er zijn
Gaan we oefenen met de boomwhackers
En natuurlijk ook nog even zingen
Bespreken we welke liedjes we voor kerst gaan oefenen
En bespreken we welke andere nummers we met elkaar gaan oefenen