1b/k Lezen H4-1

Nederlands 31-1

Wat gaan we doen deze les?

1. Spullen op tafel en mobiels in de tas.
2. Mededeling
   
3. Lezen... Hoe zat het ook alweer?
4. Lezen H4
5. Opdrachten maken
   

Elke tekst is opgebouwd uit...

1. Alinea's en plaatjes
2. Inleiding, kern, slot
3. Inleiding en een slot
4. Titel, plaatjes, tussenkopjes

In de inleiding lees je over...

1. de auteur/de schrijver
2. Wie de plaatjes heeft getekend
3. het onderwerp
4. Wanneer de tekst is geschreven

In het middenstuk/de kern lees je over...

1. Verschillende deelonderwerpen
2. De introductie van het onderwerp
3. Wanneer de tekst is geschreven
4. Wie de plaatjes heeft getekend

Verzin drie deelonderwerpen van het onderwerp: 'Sport'

In een tekst zie je vaak alinea's. Wat zijn dat?

Wat lees je in het slot van een tekst?

Manieren van lezen

• Op welke manier lees je als je achter het onderwerp van de tekst wil komen?

• Op welke manier lees je als je moet leren voor een toets?

• Op welke manier lees je als je wilt weten welke ingrediënten je nodig hebt voor het maken van een taart?
  

Zoekend lezen

Je hoeft niet altijd de hele tekst te lezen. Als je snel iets wilt opzoeken in een tekst, dan lees je zoekend. 

• Bekijk de titels en tussenkopjes.
• Kijk naar dikgedrukte, schuine of onderstreepte woorden.
• Let op opvallende tekens. €, &, 00:00
  

Oefenen

Basis:

1. Lees de theorie op blz. 122.
2. Maak vervolgens de opdrachten 1 en 2 

Kader:

1. Lees de theorie op blz. 121.
2. Maak de opdrachten 1 en 2

Ben je klaar? Kijk je antwoorden na met het nakijkmodel.