Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Rekenen 2F/3F
Domein 3
Studiemeter:
Tijd & Snelheid
Slide 1 - Diapositive
Planning
Slide 2 - Diapositive
Deze les
Herhaling vorige week
Rekenen met snelheid
Omrekenen van snelheid
Omrekenen van tijden
Examenopdracht
Slide 3 - Diapositive
Herhaling
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Je wilt graag voor een feest een grote jerrycan vullen van 1,25 m³. Het drankje waarmee je deze jerrycan wilt vullen zit in een verpakking van 20 dL. Hoeveel van deze verpakkingen heb je nodig?
Slide 7 - Question ouverte
Tijd & Snelheid
Slide 8 - Diapositive
Je ziet in de app dat de bezorger onderweg is en dat het nog 10 minuten duurt. De afstand is 5 km. Wat is de snelheid van de fietser in km/uur?
Slide 9 - Question ouverte
Slide 10 - Diapositive
Het berekenen van snelheid
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Je fietst elke dag naar school 5 km, dat duurt exact 15 minuten. Wat is je snelheid in km/uur?
Slide 13 - Question ouverte
Slide 14 - Diapositive
Je gaat naar Zuid-Spanje op vakantie met de auto en rijdt 2 dagen achter elkaar 8 uur per dag. De afstand is 1.635 km. Wat is je gemiddelde snelheid?
Slide 15 - Question ouverte
Omrekenen van snelheid
Snelheid wordt vaak gegeven in km/uur of m/s.
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
15 km/uur= ..... m/s
Slide 18 - Question ouverte
Omrekenen van tijd
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Reken uit.
3,6 minuut= ..... seconden
Slide 22 - Question ouverte
Slide 23 - Diapositive
A. 2,25 dagen= ....uur B. 2,1 minuut= ....seconden C. 6,71 uur= ....minuten en ...seconden