BS 10.1 Man en vrouw vragencheck
1 / 13
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Welke twee letters geven organen aan die zaadvocht maken?
A
P en Q
B
P en R
C
R en Q
Slide 2 - Quiz
Wat is het verschil tussen menstruatie en menstruatiecyclus?
Slide 3 - Question ouverte
Geef de naam van het orgaan dat in de afbeelding is aangegeven met de letter P.
Slide 4 - Question ouverte
De bijballen maken zaadcellen
A
Ja
B
Nee
Slide 5 - Quiz
Welke van de twee is groter?
A
zaadcel
B
eicel
Slide 6 - Quiz
X
X
Schaambeen
Endeldarm
Zaadblaasje
Blaas
Urineleider
Teelbal
Bijbal
Balzak
Prostaat
Zaadleider
Eikel
Voorhuid
Urinebuis
Zwellichaam
Slide 7 - Question de remorquage
Baarmoeder
Anus
Baarmoedermond
Buitenste schaamlip
Binnenste schaamlip
Vagina
Blaas
Trechter
Clitoris
Ruggenwervel
Eierstok
Eileider
Schaambeen
Endeldarm
Urinebuis
Slide 8 - Question de remorquage
Noem eens twee secundaire geslachtskenmerken van het geslacht waartoe jij behoort.
Slide 9 - Question ouverte
Wat is de rode kleur?
A
Eisprong/Ovulatie
B
Menstruatie
C
Vruchtbare periode
D
Menstruatiecyclus
Slide 10 - Quiz
Wat is de donker groene kleur?
A
Eisprong/Ovulatie
B
Menstruatie
C
Vruchtbare periode
D
Menstruatiecyclus
Slide 11 - Quiz
Wat gebeurt er op dag 14 in de menstruatiecyclus?
A
Ongesteld zijn
B
Ovulatie
C
Innesteling
D
Menstruatie
