MAVO 3 Kapitel 3 Lesen & Grammatik

Guten Tag!
* Jassen uit
* telefoon in de tas
* boek/schrift op tafel
timer
3:00
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Guten Tag!
* Jassen uit
* telefoon in de tas
* boek/schrift op tafel
timer
3:00

Slide 1 - Diapositive

Kapitel 3 "Unterwegs" Lesen
Städtereisen für Jugendliche (blz. 102 en 103)
Opdracht 13 (blz. 103 en 104)
(huiswerk nakijken)

Slide 2 - Diapositive

In de les
Leerdoel:
  • je kunt de werkwoorden können, müssen, dürfen, wollen en wissen in verleden tijd gebruiken

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Modalverben, Seite 130

Slide 5 - Diapositive

 Die Modalverben und die Übersetzung 
  • dürfen   (= mogen)
  • können (= kunnen)
  • mögen  (= lusten, lekker vinden, houden van)
  • müssen (= moeten als noodzaak)
  • wollen  (= willen)

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

wissen

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Vervoeging verleden tijd
  1. Net als bij het zwakke werkwoord.
  2. Gebruik NOOIT een Umlaut .
  3. Let op:   wissen                ich wusste ( enz)
  4. Let op:   mögen                  ich mochte ( enz) 

Slide 11 - Diapositive

Hoe maak je verleden tijd? 
Verleden tijd van de modale werkwoorden:
De vormen van de modale werkwoorden in de onvoltooid verleden tijd lijken sterk op de zwakke (=regelmatige) werkwoorden

Je moet er een paar stappen ondernemen om de goede vorm te vinden:


Slide 12 - Diapositive

Stappenplan: 
1. Je zoekt telkens eerst de stam (ww zonder -en).
2. Dan voeg je eerst -te voor de verleden tijd toe.
3. Hieraan voeg je (daar waar nodig) de uitgang toe.
4. Vervolgens moet je bij een aantal modale werkwoorden de stamklinker veranderen

LET OP: In de verleden tijd van modale werkwoorden krijg je NOOIT een Umlaut!!!





Slide 13 - Diapositive

Ww: 
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
Sie/sie
dürfen
durfte
durftest durfte
durften
durftet
durften
können
konnte
konntest
konnte
konnten konntet konnten
müssen
musste musstest
musste
mussten musstet mussten
wissen wusste
wusstest wusste wussten wusstet wussten

Slide 14 - Diapositive

An die Arbeit!
  • Aufgabe 18, Seite 107
  • Aufgabe 19, Seite 107

Slide 15 - Diapositive

Lösung Aufgabe 18 & 19, Seite 107
Aufgabe 18
  1. konntet 
  2. musste
  3. durfte
  4. durften

Aufgabe 19
  1. mussten
  2. durfte
  3. konnte
  4. durftest
  5. musste

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Lien

Hausaufgaben
Machen:
- Aufgabe 18, Seite 107

Lernen:
- Grammatik A+B, Seite 107/108
- Lernliste N-D, Seite 128 (eerste 60 woorden)

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive