Monniken, haviken .......

Wat valt je op aan het
volgende woord: monniken
1 / 11
suivant
Slide 1: Question ouverte
SpellingBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Wat valt je op aan het
volgende woord: monniken

Slide 1 - Question ouverte

Welke woorden zoals "monniken"
ken jij nog meer?

Slide 2 - Carte mentale

Doel van de les:  

De leerlingen kunnen woorden met een onbeklemtoonde i correct spellen.

Slide 3 - Diapositive

Stap 1.   De klemtoon...

Waar valt de klemtoon ?
In woorden op ~ige en ~igen valt de klemtoon niet op de i.    bijv.  reizigers 

De i klinkt als /u/, net als een stomme e.
Dan komt na de i één g: rustige, wijzigen, reiziger

Slide 4 - Diapositive

In woorden als perzik, havik en monnik valt de klemtoon niet op het stukje ~ik.
Daarom schrijf je het meervoud met één k: 
perziken, haviken, monniken.

Dat geldt ook voor woorden op ~erik: slimmeriken, leeuweriken.

Slide 5 - Diapositive

flauwerik – strik – perzik - havik
Welk woord krijgt wel een dubbele medeklinker in het meervoud?
A
flauwerik
B
strik
C
perzik
D
havik

Slide 6 - Quiz

Slimmerik, verfblik, dommerik, (wij) grinniken
Bij welk woord valt de klemtoon op de -ik-
A
slimmerik
B
dommerik
C
verfblik
D
wij grinniken

Slide 7 - Quiz

Hoe heet dat deel van het mes
waar je mee snijdt?

Slide 8 - Question ouverte

lemmet
Waar valt de klemtoon?

Dus hoe schrijf je dit woord in het meervoud? 
vul maar in op de volgende dia.

Slide 9 - Diapositive

Meervoud van lemmet:

Slide 10 - Carte mentale

Aan de slag met de les hierover in Snappet.  blok 4,  les 6
doel:  110 

Slide 11 - Diapositive