De afspraken volgens de Apollo waarden = Groei-ontwikkeling-plezier
Bij belsignaal: rij 1 (bij de deur) staat, schuif je stoel onder de tafel en rustig vertrekken. Daarna, de middelste rij, aan het einde mag de laatste rij.
Slide 4 - Diapositive
Plattegrond klas
Zie PowerPoint -digibord
Slide 5 - Diapositive
Le sac à dos par terre s.v.p.
STARTKLAAR!
timer
1:00
Slide 6 - Diapositive
On fait l'appel!
présent
présente
timer
1:00
Slide 7 - Diapositive
Lesprogramma
Chapitre 1: Salut
Devoirs controle: zinnen van voc. A & phrases-clés C
De lidwoorden de en het
Lesevaluatie
Tijd over: Voc. A & Phrases- clés C LessonUp
timer
4:00
Slide 8 - Diapositive
Lesdoelen
Na deze les:
Slide 9 - Diapositive
Prends ton cahier, ton stylo et traduis les phrases (Digibord)
1. Devoirs controle
Slide 10 - Diapositive
Terugblik op de vorige les
Maak deze opdracht indv. 5 min in je schrift.
Klaar? controleer in tweetallen je antwoorden (3 min) m.b.v. voc.B en Phrases-clés C (wb, p. 52, 54)
timer
8:00
Slide 11 - Diapositive
Les devoirs contole (overhoring hw)
Vertaal van F-N. gebruik het wisbordjes (in tweetallen)
klas. 4 min
Vertaal in het Nederlands.
De woorden:
- la semaine: - beaucoup:
- demain: - quand:
- le coupain, la copine: - pourquoi
- J'habite:
Slide 12 - Diapositive
Les devoirs controle (hw-overhoring)
- Bonjour!: - Tu as quel âge?
- Ça va?
- Tu t'appelles comment? - J'ai 14 ans
- Je m'appelle: - Tu as un chien?
- Tu habite où?: - Non j'ai un chat.
- J'habite à Amsterdam:
Slide 13 - Diapositive
Chapitre 1: SALUT!
Prends ton livre à la page à la page 32
Grammaire D: de lidwoorden de en het in het F
Slide 14 - Diapositive
Chapitre 1: de lidwoorden de en het
Wat en waar??
ex. 16 (p. 32)
Hoe en hoe lang
eerst indv. (2 min), klas. daarna in duo's antw. checken (1 min)
Hulpmiddelen
voc. Phrases clés C (wb, p. 54)
Eerder klaar?
Lees ex. 16c en maak 16d (p. 32)
Iedereen klaar?
Klas. bespreken (1 min)
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Grammaide D: het lidwoord de en het
Even samen een oefening doen klas. 2 min
ex. 1: Zet het juiste lidwoord bij het juiste woordje
1. ............ fille (het meisje)
2. ...........chien (de hond)
3. ............hotel
4. ............hotels
5. ..........semaine (de week).
Slide 25 - Diapositive
Grammaire de en het in het F
Prends ton livre à la page 32
Au travail en silence (aan het werk in stilte)
wat?
ex. 16 (d, e, f), p. 32-33
Hoe, hoe lang
eerst indv (4 min), daarna check in duo's '(3 min).
Hulpmiddelen
Grammaire D (p. 55)
Eerder klaar?
Lees ex. 17a. maak ex. 17c (p.33)
Iedereen klaar?
klas. bespreken (3 min)
Slide 26 - Diapositive
Lesevaluatie
Pak je laptop en log in in LessonUp
Wat hebben jullie vandaag geleerd?
Wij gaan het checken d.m.v. quizvragen
Slide 27 - Diapositive
Lidwoorden: welke lidwoorden krijg je bij een woord in het meervoud?
A
le/un
B
la/une
C
les/des
Slide 28 - Quiz
Het lidwoord 'le' is:
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
meervoud
D
onzijdig
Slide 29 - Quiz
Un = een lidwoord. Welk lidwoord is ook mannelijk enkelvoud?
A
la
B
le
C
les
D
un
Slide 30 - Quiz
Lidwoorden: welke lidwoorden krijg je bij een woord in het meervoud?
A
le/un
B
la/une
C
les
Slide 31 - Quiz
Slide 32 - Vidéo
Hoe begroet je iemand in het Frans?
A
Hoi
B
A bientôt!
C
Bonjour
D
Au revoir
Slide 33 - Quiz
Schrijf alle Franse woorden die je vandaag geleerd hebt
Slide 34 - Carte mentale
Vrtaal in het Nederlands: La plage Regarde les images
Slide 35 - Question ouverte
Vertaal in het nederlands: mignon, aussi, maintenaant, pour moi
Slide 36 - Question ouverte
Comment tu t'appelles?
A
Je m'appelles ...
B
Je m'apele ...
C
Je 'm appelle ...
D
Je m'appelle ...
Slide 37 - Quiz
Traduis les phrases
3. Comment dire #1 'Se présenter'
Zoek de juiste combinaties bij elkaar
J'ai treize ans.
Comment tu t'appelles ?
Tu as quel âge ?
Ik ben dertien jaar.
Hoe heet je?
Hoe oud ben je?
Slide 38 - Question de remorquage
Traduis les phrases
Comment dire 'Se présenter'
Relie. Traduis les questions.
J'ai treize ans.
Comment tu t'appelles ?
Tu as quel âge ?
Ik ben dertien jaar.
Hoe heet je?
Hoe oud ben je?
Slide 39 - Question de remorquage
Je m'appelle
J'ai ans.
Tu as un
Tu où?
Quel est ton de téléphone?
Comment dire 'Se présenter'
Lisa
treize
habites
portable?
numéro
Slide 40 - Question de remorquage
Hoe was je werkhouding in deze les?
Antwoord de vragen en beargumenteer je antwoorden (klas)
Was je inzet voldoende?
- les devoirs gemaakt;
- opdrachten afgerond en verbetert;
- goed samengewerkt met je buurman/buurvrouw;
- de juiste spullen meegenomen.
Slide 41 - Diapositive
Je mening telt
Was mijn uitleg duidelijk?
Was duidelijk voor jou wat en hoe je de opdrachten moest doen?