Nederlands

Nederlands 
hoofstuk 2
paragraaf 2
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Nederlands 
hoofstuk 2
paragraaf 2

Slide 1 - Diapositive

instructieve teksten 
het doel van zo'n tekst is dat je iemand uitleg geeft over wat iemand moet doen.
denk hierbij aan het gebruiken van medicatie het aanpassen van een zorgverzekering
instructie wordt vaak mondeling gedaan 

Slide 2 - Diapositive

waarvoor is een instructieve tekst
A
een tekst waardoor je weet hoe iets er uitziet
B
een tekst waardoor je niet slimmer wordt
C
een tekst waardoor je iets kun doen
D
een tekst waardoor je niet weet wat je moet doen

Slide 3 - Quiz

hoe wordt een instructieve teksten gegeven
A
mondeling
B
beeldfragment
C
op een website
D
op papier

Slide 4 - Quiz

Een instructie heeft een aantal kenmerken:




De informatie wordt vaak in stappen gegeven
De stappen kunnen in een dwingende, vaste volgorde staan: wat moet je eerst doen, wat daarna, enzovoort.
Om de stappen aan te geven, kunnen signaalwoorden, nummers of dots worden gebruikt.
Een schriftelijke instructie bevat vaak afbeeldingen ter verduidelijking



Slide 5 - Diapositive

noem een kenmerk van een instructie

Slide 6 - Question ouverte

met wat wordt een instructieve tekst vaak geschreven
A
makkelijk woorden zoals singaalwoorden
B
lange teksten met veel uitleg
C
korte zinnen met weinig uitleg
D
een afbeelding om de tekst te verduidelijken

Slide 7 - Quiz

laatste uitleg!!!
Bij een instructieve tekst staat vaak ook informatie. Bijvoorbeeld over de voedingswaarde van voedsel, de samenstelling van medicijnen of de technische
specificaties
 van een apparaat.
Instructieve teksten lees of bekijk je als je ze nodig hebt. Bijvoorbeeld als je tijdens je opleiding of in je werk een nieuwe machine moet leren bedienen. Om ongelukken te voorkomen is het belangrijk dat je de instructie volledig begrijpt.

Slide 8 - Diapositive

wat voor informatie staat er in een instructieve tekst
A
voedingswaarden
B
het gebruiken van een machine
C
samenstelling van medicatie
D
het gebruik van een telefoon

Slide 9 - Quiz

conclusie 
je kan een instructieve tekst eigenlijk voor elke situatie gebruiken alleen is het voor het ene moment makkelijker dan een andere 

Slide 10 - Diapositive

wat vond je van de les en wat kan beter

Slide 11 - Carte mentale